bereidingswijze
1. Verhit de boter in een braadpan en kleur het gebraad aan alle kanten goudbruin. Kruid met peper en zout. Leg het vlees op een snijplank en maak bovenaan 8 insnijdingen van 4-5cm diep. Stop in elke insnijding een sneetje kaas. Bind het gebraad op met een touwtje en leg het in een ovenschotel.
2. Maak op het vuur het braadvocht los met 1dl witte wijn en giet het over het vlees. Schuif de schotel in een voorverwarmde oven van 200°C en laat 1uur braden. Voeg halverwege de braadtijd de rest van de wijn toe en dek het vlees af met aluminiumfolie.
3. Maak de bloemkool schoon en laat even liggen in ruim gezouten water. Breng gezouten water aan de kook. Leg de bloemkool erin en laat gaarkoken onder gesloten deksel. Wanneer de bloemkool gaar is afgieten.
4. Schil en was de aardappelen. Kook gaar. Pureer en kruid met peper, zout en nootmuskaat.
5. Bereid de mornaysaus: de boter laten smelten in een kookpan. Niet laten kleuren! De bloem toevoegen en steeds blijven roeren. De saus al roerend aan de kook brengen. Goed roeren om klonters te voorkomen. De saus van het vuur nemen en de helft van de gemalen kaas toevoegen. Kruid de saus met peper, zout en nootmuskaat. De bloemkool in een vuurvaste schaal leggen en napperen met de mornaysaus. De rest van de kaas over strooien en gratineren onder de grill.
6. Haal het gebraad ui de oven en houd warm. Giet de saus door een zeef in een braadpan en laat 2min. koken. Bind met maïzena en werk af met roze bessen.
7. Verwijder het touwtje en snijd het gebraad in sneden. Serveer met aardappelpuree en gegratineerde bloemkool.