Borstbeeld Karel Lodewijk Cogge in Veurne (Westhoek)

Karel Cogge verdient veel eer omwille van zijn rol in de eerste wereldoorlog. De Duitse opmars is toen tot een stilstand gebracht door het gecrontroleerd onderwater zetten van de IJzervlakte.

In de eerste maanden van WO I moest het Belgische leger zich terugtrekken tot achter een verhoogde spoorwegberm. Omdat de situatie zo precair werd voor de Belgen, besloot men om de polder tussen de IJzer en de spoorweg Nieuwpoort-Diksmuide onder water te zetten. Het Belgisch leger werd attent gemaakt op het feit dat in de 18de eeuw het onderwater zetten van de polder de Franse revolutionaire troepen een tijd lang op afstand wist te houden. Deze inlichting kwam van de stafofficier Prudent Nuyten of de Veurnse onderzoeksrechter Emeric Feys maar eigenlijk wist elke lokale landbouwer dat dit best mogelijk was.

Om de klus tot een goed einde te brengen koos men de 59 jarige Karel Cogge, toeziener der Noordwatering van Veurne en meer dan 30 jaar ervaring rijk. Een eerste poging via het Oud-Veurnesas bleek niet toereikend genoeg. Waarop Karel Cogge voorstelde om via de Noordvaart de IJzervlakte onder water te zetten. Hij wist namelijk dat het debiet vele malen hoger was dan de Oude-Veurnevaart. Na grote twijfel, omdat de Noordvaart dicht bij de Duitse stellingen lag, lukte het schipper Hendrik Geeraert samen met enkele soldaten om de 'verlaat' of sluis van de Noordvaart 4 nachten na elkaar te openen zodat het water in het gebied met 30 cm steeg. Dit stabiliseren van het front staat bekend als de eerste slag om de IJzer.

Karel Cogge werd nog hetzelfde jaar met eretekens bespeld maar zijn beloofde beloning van 2000 frank ( 50 euro ) heeft hij naar verluit nooit mogen ontvangen.

Het bronzen borstbeeld van Karel Lodewijk Cogge is van de hand van Jules Lagae en werd in 1927 aangekocht door de stad Veurne.