Piet Mondriaan woonde van zijn achtste tot aan zijn twintigse levensjaar aan de Zonnebrink 4 in Winterswijk. Piets vader Pieter Cornelis Mondriaan werd in het jaar 1880 aangesteld als hoofdonderwijzer van de christelijke basisschool aldaar. Het gezin Mondriaan verhuisde met de trein van Amersfoort naar de Achterhoek en betrok de onderwijzerswoning naast de school. Op deze plek heeft Mondriaan zijn eerste stappen op het kunstenaarspad gezet; in dit huis leerde hij tekenen en schilderen van zijn vader en zijn oom, Frits Mondriaan.