Werkwijze
Maak met je schep een H-vormige opening in het gras. Til de graszode op en maak de grond luchtig met een hark voor je de bloembollen plant. Plant de bollen tweemaal zo diep als ze hoog zijn. Bedek de bollen, opnieuw met de graslap en druk goed aan. Plant ze in groepjes bij elkaar om een mooi effect te bekomen.
Wanneer
Voorjaarsbloeiers als tulpen, narcissen, hyacinten en krokussen plant je in de herfst, tussen eind september en eind oktober, voor de vorst in de grond zit. Al in februari zullen de vroegste bloeiers je gazon opvrolijken.
Beschermen in de winter
Strooi in de winter de afgevallen bladeren op de plekken waar je bloembollen hebt geplant. In periodes van vorst zullen ze dit extra dekentje op prijs stellen.
Maaien na de bloei
Let erop dat je het gras weer pas kan maaien als de bloembollen helemaal zijn afgestorven, zo’n zes weken na de bloei. De bladeren voorzien de bol immers opnieuw van voeding en energie voor de bloei van volgend jaar. Als je de bollen in grote groepen plant kan je er met de grasmachine makkelijker omheen.
Bollen voor verwildering in het gras
Aangezien het gras pas mag gemaaid worden als de bladeren zijn afgestorven ga je best voor vroegbloeiende bollen die niet later bloeien dan eind maart. Kies ook best laagblijvende bloemen voor een natuurlijk effect:
Crocus (Krokus)
Fritillaria meleagris (Kievitsbloem)
Galanthus (Sneeuwklokje)
Narcissus (Narcis)
Eranthis (Winterakoniet)
Chionodoxa (Sneeuwroem)
