Heesters
In deze maanden kan je voorzichtig beginnen met het in vorm snoeien van zomerbloeiende heesters als vlinderstruik (buddleia davidii). Door ze te snoeien stimuleer je immers de groei van het jonge hout, dat in de zomer bloemen zal dragen. Knip ze bijna tot de grond terug en laat slechts een of twee knoppen staan.
Snoei ook heesters die net gebloeid hebben als winterheide. Doe je dit niet, dan vallen ze uit elkaar en worden ze kaal in het hart. Haal ook dood en beschadigd hout uit de winterjasmijn. Kort de zijscheuten in tot 5 cm van de hoofdstengels om nieuwe scheuten te stimuleren.
Ook groenblijvende heesters die volkomen winterhard zijn en die te groot zijn geworden of slecht gevormd zijn snoei je in januari of februari. Zo hoef je vogels niet te storen die binnenkort op zoek gaan naar een plekje om te nestelen. Met vorstgevoelige soorten wacht je nog even. Ze kunnen immers invriezen via de snoeiwonden wat tot groeistoornissen kan leiden. Ook van voorjaarsbloeiers als Prunus, Forsythia en Ribes blijf je nu af.
Bomen
In deze maand kan je ongewenste takken verwijderen van jonge bomen. Snoei altijd terug tot een zijtak of de hoofdstam.
Bomen waarbij de sapstroom zeer vroeg op gang komt, als esdoorn, berk en walnoot, mogen nu al niet meer gesnoeid worden vanwege het bloeden van de wond. Ze kunnen pas weer gesnoeid worden als ze in het blad staan. Door de verdamping van de bladeren vermindert de sapstroom immers sterk.
Fruitbomen als appelaars en perelaars kunnen in februari worden gesnoeid. Haal de takken weg die elkaar kruisen zodat er voldoende licht in de kroon komt. Ze zullen snel gaan groeien, dus hoe eerder het snoeien klaar is, hoe beter. Als je later snoeit terwijl de bomen al uitlopen, zal het sap uit de wonden stromen waardoor de bomen verzwakken. Ook kunnen ziekten via de snoeiwonden binnendringen. Fruitsoorten met een steenvrucht worden pas na de bloesem gesnoeid.
Wilgen kunnen worden geknot tot half februari. Van de takken kan je een piramide maken waarlangs eenjarige klimplanten worden geleid.
Hagen
Als je wil dat nieuw geplante hagen in het voorjaar goed uitlopen, moet je ze voor eind februari bij vorstvrij weer in vorm snoeien. Dit geldt voor hagen van meidoorn, beuk en veldesdoorn. Verwijder enkel die takken die langs elkaar schuren. Te veel snoeien kan er immers voor zorgen dat bij harde wind takken afbreken. Bladverliezende hagen kunnen wel sterk worden ingesnoeid.
Vaste planten
Knip de oude stengels van vaste planten weg. Van winterbloeiende planten als de Helleborus snoei je het blad weg, zodat de bloemen beter zichtbaar zijn.
Klimplanten
Blauwe regen en andere klimplanten als klimop mogen nu gesnoeid worden om de groei van jong groen te bevorderen. Haal ook scheuten weg van plekken waar je ze liever niet ziet zodat ze niet gaan overwoekeren. Het snoeien van druivelaars moet voor eind januari gebeuren om bloeden te voorkomen. Ook clematissen die in de zomer bloeien kan je nu afknippen. Knip ze op zo’n 25-45 cm af, tot vlak boven een gezonde knop.