Een tuin dient in de eerste plaats om tot rust te komen en te genieten. Juli is daarvoor een topmaand. Alles staat in bloei en de overweldigende geuren en de schitterende kleuren maken van je tuin een waar paradijs. Verwaarloos je tuinwerk echter niet, ook in juli zijn er kleine onderhoudswerken die je aandacht vragen.
Onderhoud
- Controleer planten op ongedierte en ziekten, het is belangrijk ze in een vroeg stadium te behandelen.
- Water is van levensbelang voor de planten. Begiet de planten zonder veel water te verspillen. Besteed niet veel tijd aan je gras, dat is sterk genoeg. Extra zorg is nodig voor pas geplante bomen en heesters, dorstige groenten, planten in borders, bakken en hangmanden.
- Mist je tuin een tikkeltje meer kleurenpracht, koop dan nieuwe planten die je rechtstreeks in de grond kan stoppen. Vergeet niet om deze planten goed te besproeien en voorzie ze van een dikke mulchlaag van organisch materiaal.
- Blijf uitgebloeide bloemen verwijderen. Dat geeft meer ademruimte voor vaste planten die dan tot in de herfst kunnen blijven doorbloeien.
Bloembollen en -knollen
Plant de
herfsttijloos, de herfstkrokus en nerines in juli. In september van hetzelfde jaar krijg je al nieuwe bloemen. Ook in bloembakken voelen deze kleine mooie bloempjes zich in hun element.
De voet van je lelies dient beschermd te worden tegen rechtstreeks zonlicht met grasmaaisel of ander organisch materiaal.
Gladiolen en dahlia’s krijgen een stevigere bol en intensere kleuren met bloembollenmest. Dahlia’s die groter worden geef je best steun met een stok, want bij regen of wind kunnen ze omvallen. Controleer dahlia’s eveneens op oorwormen want deze insecten kunnen je bloemen flink toetakelen.
Uitgebloeide lentebloembollen kunnen worden opgegraven en opgeborgen tot in de herfst. Bewaar ze op een donkere, koele, droge en luchtige plaats.
Vaste planten
- Scheur irissen en knip de lelijke bladeren af.
- Wil je geen zaad bewaren, dan verwijder je het best de uitgebloeide bloemen. Zo stimuleer je de groei en herbloei van je planten later in de zomer. Oosterse papaver en tuingeranium knip je vlak boven de grond af. Riddersporen, akeleien en andere hoge planten hoeven enkel een snoeibeurt van de uitgebloeide bloemstengels. Vergeet daarna niet te bemesten en water te geven.
- Uitgebloeide vaste planten kunnen in juli reeds zaden geven. Verzamel de zaaddozen voor ze opengaan en de zaden op de grond vallen. Kies een droge, zonnige dag uit zodat verrotting minder kans krijgt.
- Leg grasanjertjes af indien je ze wilt vermeerderen.
- In het algemeen kunnen vaste planten en late bloeiers (herfstasters en chrysanten) organische meststof goed gebruiken. Geef bij warm weer ook voldoende water.
Rozen
Verwijder uitgebloeide bloemen voor een mooiere doorbloei. Als je wilt dat je rozen tot in de herfst blijven bloeien, is het niet voldoende om alleen de oude bloemen weg te halen. Knip tot een lager gelegen knop in de bladoksel. Na de snoeibeurt kunnen je rozen een extra bemesting goed gebruiken.
Perk- en balkonplanten
- Knip bloemen die geschikt zijn om te drogen (Statice, Bracteantha en Rhodanthe) en hang ze te drogen op een droge, luchtige plaats.
- De knoppen van knolbegonia’s in potten of perken dienen uitgedund te worden. Het doel is om de grote mannelijke bloemknop in het midden te behouden en de kleinere vrouwelijke knoppen aan de zijkant te verwijderen.
- Tweejarige zaailingen (muurbloemen, vergeet-mij-nietjes, meizoentjes, Mariëtteklokjes en sierkolen) die in mei en juni zijn gezaaid, kunnen nu verplant worden op een kweekbed. In de herfst verhuizen ze dan naar hun definitieve standplaats. Het is belangrijk om de plantjes voor en na het verplanten water te geven.
- Vervang uitgebloeide balkonbakken en hangmanden door nieuwe planten. ’s Winters kan je daar nog plezier aan beleven. Potplanten die nog bloeien geef je best nog wat water en mest.
- Wil je je plantenbakken tot in de herfst laten bloeien, verzorg ze dan goed. Geef voldoende water. Bij warm weer zelfs tweemaal per dag en ook bij regenweer; de blaadjes vangen namelijk het meeste water op zodat het grootste deel naast de pot valt. Voor een verzorgde plantenbak verwijder je de uitgebloeide bloemen.
Kruiden
Oogst nu je kruiden en droog ze om ze te bewaren.
Klimplanten
- In juli is het tijd om op een eenvoudige manier je clematis te stekken. Snijd een stek tussen de bladknopen en dus niet vlak onder een blad.
- Blauwe regen kan in deze periode heel wild staan met veel nieuwe scheuten. Kort deze in tot vijf of zes knoppen van de hoofdstengels. Zo krijg je het volgende jaar veel nieuwe bloemknoppen.
Heesters en bomen
- Heesters in bakken hebben nood aan een regelmatige begieting. Eenmaal per dag bij gewoon weer en tweemaal bij erg warm weer.
- Knip lavendel om te drogen.
- Boerenjasmijn en weigela zijn ongeveer uitgebloeid en moeten gesnoeid worden.
- Ongewenste scheuten en wildopslag aan de voet van bomen of heesters verwijder je best zo snel mogelijk, want ze tasten de kracht van de boom of heester aan.
- Hortensia’s zijn klaar om stekken van te nemen. Knip daarvoor niet bloeiende scheuten van ongeveer 10 cm vlak boven een knop.
- Scheuten van heesters uit hetzelfde jaar die reeds aan de voet verhouten, kunnen gestekt worden om de heester te vermeerderen.
- Coniferenhagen hebben de neiging om heel snel te groeien en moeten vaak gesnoeid worden. Doe dat in juli. Als je extra planten wilt, kan je zelfs een paar gezonde scheuten die verhouten aan de voet als stek gebruiken.
Gazon
- Maai je gazon een- of tweemaal per week. In drogere periodes is het best om niet te veel te maaien en een hogere messenstand te gebruiken.
- Gooi je maaisel niet op de composthoop, maar laat het liggen. Dat helpt mee om het vocht in de bodem te houden.
- Besproeien kan alleen als het echt nodig is. Veelvuldig gras besproeien is een serieuze verspilling van water!
- Is je gras in heel slechte staat, dan kan het eventueel wat vloeibare meststof gebruiken. Let er op dat je niet gaat overdoseren.
- Nieuwe gazons hebben extra zorg nodig. Deze mag en moet je wel extra besproeien.
Vijver
- Hou het waterpeil in de gaten en vul bij wanneer nodig.
- Bij warm weer en stilstaand water kan er een gebrek aan zuurstof in de vijver optreden. Dat is nefast voor de eventueel aanwezige vissen. Voorzie daarom een fonteintje of een andere waterstraal.
- Zuurstofplanten die woekeren in de vijver dun je het best uit. Haal ze uit de vijver met een hark en laat ze aan de rand drogen. Zo geef je de kans aan eventueel meegereisde beestjes om terug te keren naar het water.
