Een plafond verlagen is precisiewerk
Als je een plafond wil verlagen, moet je erg nauwkeurig te werk gaan, zowel bij het opnemen van de maten als bij de constructie zelf. Besteed liever voldoende tijd aan het meetwerk. Als je het regelwerk voor de gipsplaten exact uitlijnt, dan vermijd je dat je tijd verliest bij het bevestigen van de gipsplaten. Het bevestigen van de regels moet eveneens exact gebeuren met het oog op een volledig vlakke plaatsing.
Ook vanuit esthetisch oogpunt is precisiewerk aangewezen. De kleinste verschillen vallen meteen op eens de gipskartonplaten bevestigd worden.
Benodigdheden voor het verlagen van een plafond
Wat heb je nodig als je een plafond wil verlagen?
Stappenplan voor het verlagen van een plafond
Hoe ga je best te werk als je een plafond wil verlagen?
1.Voor je start met het verlagen van je plafond moet je nagaan of de bestaande muren goed geconstrueerd zijn. Het nieuwe plafond wordt immers grotendeels ondersteund door muurbevestigingen.
2.Teken met een potlood een richtlijn over de volledige kameromtrek. Met behulp van een waterpas zorg je gegarandeerd voor een rechte richtlijn vanuit 1 enkel punt. Het is geen goed idee om de afstand te berekenen voor verschillende punten en die punten vervolgens met elkaar te verbinden. Kleine afwijkingen die zowat bij elke plafond terug te vinden zijn, voorkomen immers een perfect horizontaal eindresultaat.
3.Nu start je met het bevestigen van het regelwerk. Kies bij voorkeur regels van 10 op 5 centimeter voor een gemakkelijke plaatsing. Maak nu de gezaagde planken vast aan de muren zodat de onderzijde exact gelijk loopt met de richtlijn. Hoe je de planken precies vastzet, hangt af van de constructie van de wanden. In geval van massieve blokken kan je best betonankers en nagelpluggen gebruiken. Bij houtskeletmuren moet je de nagaan waar de stijlen zich bevinden. Hierin bevestig je dan rechtstreeks de muurplanken. Voor plafonds met meer dan 2,4 meter spanwijdte moet je bijkomende houten ophangbalken plaatsen tussen het oude plafond en het nieuwe regelwerk.
4.Aangezien de regels steeds de kleinste afstand moeten overspannen, duid je op de tegenover elkaar liggende planken tussenruimtes aan van 60 centimeter lang.
5.Op elk punt dat je aangeduid hebt, sla je vervolgens een spijker in zodat de regeldrager vast komt te zitten op de onderzijde van de 2 muurplanken.
6.Zorg nu voor passende regels zodat je ze vast kan zetten in de dragers. Je begint met het vastspijkeren van de dragers aan de zijden van de regels. Daarna spijker je de dragers vast aan de muurplanken zodat alles stevig vast zit.
7. Voorzie tussenliggers voor een nog steviger geheel. Plaats deze om de meter tussen de regels terwijl ze verspringen.
8.Bevestig nu de gipskartonplaten of plafondpanelen. Gebruik je platen met normale afmetingen, dan spijker je ze elke 15 centimeter vast aan de regels. Werk je met kleinere platen die je gemakkelijk zelf kan hanteren, dan start je in een hoek en maak je er een vast over 3 plafondregels. Voor het vastzetten zijn gipsplaatspijkers beter dan gipsplaatschroeven. Zorg ervoor dat de naden verspringen, dan krijg je een halfsteens patroon. Ten slotte meet je de resterende spaties in het plafond om de platen op maat te snijden en te bevestigen.
Verlichting of akoestische isolatie aanbrengen onder het plafond
Als je je plafond verlaagt, moet je eens nadenken over bijkomende aspecten zoals het aanbrengen van geluidsisolatie of verlichting. Deze moet immers aangebracht worden vlak onder het oude plafond voor het bevestigen van de gipsplaten.
