bereidingswijze
Neem een grote pan waar een deksel op past.
Pel de ajuin en versipper deze heel fijn.
Verhit de pan, smelt de boter erin en bak de ajuin op een heel laag pitje totdat deze mals is.
Schil het appeltje en rasp deze over de ajuin.(een peertje kan je hier ook voor gebruiken i.p.v. een appeltje)
Verbrokkel het bouillonblokje over het geheel.
Laat dit eventjes meesudderen.
Kruid het geheel met peper ,zout en paprika en ook de paar druppeltjes tabasco.
Haal dit geheel uit de pan en bewaar dit in een potje.
Smelt terug een klein beetje boter in de pan en bak het stoofvlees aan tot alles mooi bruin ziet.
Breng de ajuin terug in de pan en meng alles goed onderheen.
Neem een klein glaasje wijn en proef er eens van.
Blus het geheel met een halve fles wijn en de helft van het water.
Neem de wortel en pel deze en wikkel het laurierbladje eromheen . Maak deze vast met het touwtje(met een stopnaald kan je de wortel en het bladje goed vastmaken .)
Laat dit geheel een anderhalf uurtje zachtjes pruttelen met het deksel op de pan.
Ondertussen kan je genieten van een heerlijk glaasje wijn.
Kijk van tijd tot tijd of er nog genoeg vocht inzit, zoniet doe er dan nog wat wijn en water bij.
IN het laatste kwartiertje neem je het worteltje uit de pan .
Neem de 2 boterhammen ,ontdoe ze van de korstjes en smeer ze in met wat mosterd.
Snij ze in kleine stukjes en gooi ze mee in de pan.
Na een kwartiertje zet je het geheel op een groter vuur en strooi je er de roux bij tot het geheel zo dik is naar eigen smaak.
Heerlijk bij frietjes en een glaasje rode wijn. Smakelijk!