bereidingswijze
Voor de biscuit :
Klop de eieren en suiker op, meng er de gezeefde bloem, het cacaopoeder en de broyage onder.
Roer er gesmolten boter onder en verdeel over 2 met bakpapier belegde bakplaten (40/60 is de grootte). Warm in een oven op 220°C.
Voor de vanillevulling:
Breng room, melk, vanillestokken en 1/3 suiker aan de kook.
Roer de dooiers met de rest van de suiker los en giet er kokende melk op.
Doe alles terug in de kookpot en roer af.
Meng er geweekte gelatine onder.
Wanneer er binding intreedt, meng er slagroom onder.
Verdeel in cirkels en vries in.
Voor de chocoladevulling:
Klop een pate á bombe (dooiers en gekookte siroop samen opgeklopt).
Meng een deel slagroom onder de chocolade en roer er dan in 2 à 3 keer de pate á bombe eronder. Meng er ten slotte de rest van de slagroom onder.
Voor de feuilletine bodem:
Meng in volgorde.
Voor de cacao siroop:
Kook water en suiker tot een siroop en roer er de cacaopoeder onder.
Voor de cacaogelei:
Breng water, suiker en room aan de kook.
Roer er de cacaopoeder onder en kook verder tot 64° brix.
Brix is het suikergehalte in een samenstelling (gemeten met een brix meter). Voor dit recept kookt Walter 10 min onder voordurend roeren, wat overeenkomt met 64° brix.
Roer er op 40°C de gelatine onder.
Samenstelling:
Plaats in de ringen een band plastic.
Druk onderaan een laag feuilletine mooi aan.
Breng een laag vanillecrème aan en dek af met chocoladebiscuit, siroop en cacaopoeder.
Breng een dun laagje chocoladecrème aan en dek af met chocoladebiscuit, siroop.
Vul tot aan de rand en strijk glad met chocoladecrème.
Koel, ontvorm en giet er cacaogelei over.
Plaats chocoladeplakjes aan de rand.