bereidingswijze
Zeef de bloem met het zout in een kom en voeg de suiker toe.Maak een kuiltje in het midden. Klop de eieren er een voor een door, dan beetje bij beetje de melk om een glad beslag te krijgen. Smelt de boter, laten afkoelen en door het beslag kloppen.Verhit de olie, bak de flensjes aan elke kant goudgeel. Bak zo ongeveer 8 flensjes tot het beslag op is. Leg ze op een bordje en dek ze af met aluminiumfolie om ze warm te houden. Roer de boter zacht met de suiker voeg van de vruchten de geraspte schillen en 4 eetlepels sap toe, de gelei en de marmelade. Spreid dit mengsel uit over de flensjes vouw ze in vieren. Verwarm voldoende likeur en cognac om de boden van een pan te bedekken.Doe er dan zoveel flensjes tegelijk in als mogelijk en maak ze warm.
Steek de likeur in de pan aan en serveer meteen. Ga zo door tot alle flensjes zijn verwarmd. Serveer met slagroom.