bereidingswijze
Zoek voor deze bereiding een diepe braadpan met een deksel uit.
Doe er de olijfolie in en laat goed heet worden op een hoog vuur.
Bak de vleesblokjes in tot ze aan alle kanten bruin zien.
Strooi er een beetje zout en wat peper over en voeg de uitjes toe.
Laat ze enkele minuten meebakken tot ze beginnen te verkleuren.
Schep de uitjes uit de pan en laat ze rusten in een apart kommetje.
Voeg de gehakte tomaten, de laurierblaadjes, de kruidnagels, het gemalen piment en het kaneelstokje toe en meng alles heel goed door elkaar.
Draai de warmtebron naar half en laat gedurende 2 minuten bakken.
Giet de wijn, de wijnazijn, de honing en 1 1/2 dl water in een steelpan.
Roer goed om en laat opwarmen tot het kookpunt.
Giet dit kookvocht over het vlees in de braadpan.
Zet het deksel op de pan en laat gedurende 1 1/4 uur zachtjes pruttelen op een laag vuur.
Roer af en toe eens om en giet er een klein beetje water bij als er te veel verdampt zou zijn.
Voeg de uitjes toe en laat nog eens 45 minuten gaarstoven, nog steeds op een laag vuur.
Na 2 uur stoven is het gerecht klaar.
Bestrooi met peterselie voor je de pan op tafel zet.
Je kan deze heerlijke stoofschotel vergezellen van aardappelpuree en gekookte bloemkool of broccoli. Ook een frisse gemengde sla met tomaten en uienringen is er lekker bij.
Als je er de tijd voor hebt, dan raad ik je aan om deze schotel een dag vooraf klaar te maken. De heerlijke aroma's van alle ingrediënten hebben zo de tijd om zich met elkaar te vermengen.
Giet in dat geval de inhoud van de pan in een vuurvaste schotel of nog beter in een aarden schotel. Laat afkoelen en dek dan af met aluminiumfolie (glanzende kant naar boven).
Bewaar in de koelkast.
Zet de oven op 200° C en laat de schotel (nog steeds afgedekt) gedurende 45 minuten opwarmen.
Haal hem uit de oven, roer alles goed om en serveer meteen.