bereidingswijze
Zeef het meel in een ruime kom, maak een kuiltje in het midden en breek er de eieren in.
Meng alles en voeg er het zout en een vijftal eetlepels melk aan toe.
Meng verder met een spatel en doe er geleidelijk aan de resterende melk bij.
Doe er ten slotte de gesmolten boter bij en meng nog eens goed door.
Leg een theedoek over de kom en laat het beslag minstens een halfuur rusten.
Verhit wat olie of boter in een pan.
Bak dunne pannenkoeken van het beslag.
Houd de pannenkoeken warm op een schotel in de oven.
Hak de sjalotten, doe ze met de boter in een pannetje en laat ze lichtjes gaar worden.
Snij de champignons in dunne schijfjes en voeg ze bij de sjalotten.
Laat enkele minuten stoven, doe er de witte wijn bij en laat wat inkoken.
Meng er de room, het zout, de cayennepeper en de look door.
Haal de pan na 2 minuten van het vuur, meng nog eens grondig en voeg er tenslotte de tijm aan toe.
Verdeel het mengsel over een halve zijde van de pannenkoeken.
Vouw ze dicht en serveer ze.