Glazen & gangen
Ga je uitgebreid op restaurant, dan tref je een scala aan glazen aan op tafel. Je begint met het glas dat het dichtst bij je staat. Bij iedere gang volgt een aangepaste wijn en dus ook een aangepast glas. Ga gewoon het rijtje glazen verder af. Zo schenkt men witte wijn bij visgerechten, rode wijn bij vleesgerechten.
De juiste volgorde van de glazen is:
· Sherry
· Witte wijn
· Rode wijn
· Water
· Dessertwijn
Rood versus wit
Rode wijn serveert men in glazen met een ronde bol en een korte steel op kamertemperatuur. Houd je glas altijd vast aan de steel zodat je de wijn niet opwarmt met je handen.
Witte wijn serveert men gekoeld in grotere glazen met een langere steel. Houd het glas aan de onderkant van de steel vast om opwarming te voorkomen.
Not done
Wat doe je best niet?
· Slurpen bij het proeven (NB: alleen beroepsproevers mogen dit.);
· Drinken voor het toasten;
· Drinken voordat anderen beginnen te drinken;
· Je glas ad fundum leegdrinken.
Wat doe je best wel?
· Tijdens het eten voor iedere slok je mond afvegen met een servet;
· Je glas na iedere slok even neerzetten.
Proeven
Als je op restaurant een fles wijn bestelt, schenkt men de wijn eerst bij één persoon uit. Die mag de wijn voorproeven. Daarna schenkt men de wijn voor de anderen die aan tafel zitten in .
Waarom? Stel dat er iets mis is met de wijn, een kurksmaak bijvoorbeeld, dan kan je dat melden aan de ober of sommelier. Men gaat dus niet na of je de wijn lekker vindt.
Ongelukje
Als je een wijnongelukje op de juiste manier aanpakt, hoef je niet te beginnen blozen.
· Stoot je je glas om en knoei je op tafel of jezelf? Gebruik dan je servet. Vraag eventueel wat water aan de ober.
· Belandt het goedje op iemand anders? Bied in dat geval je servet aan en begin niet zelf te deppen. Stel voor om de stomerij te betalen.
· Heb je je glas gebroken? Roep dan de ober er maar bij.
