De middeleeuwse Onze-Lieve-Vrouwekerk waarvan de bouw in de dertiende eeuw in vroeggotische stijl werd opgestart. Door het toenemend belang van Damme werd in de volgende eeuw de huidige hallenkerk aangebouwd. In 1578 werd de kerk geplunderd door de geuzen. Herstelling volgde tussen 1621 en 1626. Transept, zijbeuken en middenbeuk werden in 1725, samen met de bouwvallige spits afgebroken omdat het onderhoud onbetaalbaar werd. Men moest hiervoor wel toelating vragen aan de Grote Raad van Mechelen. De kerk werd opnieuw gerestaureerd, eerst tussen 1890 en 1895 en later tussen 1902 en 1904. Het pleister werd van de baksteen verwijderd.