Het spookstadje Bodie kreeg zijn naam toen W.S. Bodey er in 1859 goud ondekte. In 1976 groeide het stadje, doordat er een goudlaag ontdekt werd, snel uit tot een berucht dorp in het Wilde Westen. Bodie was naast zijn goudmijnen ook bekend omwille van het losbandige en feestelijke leven die de meeste goudzoekers er daar op na hielden. Op zijn hoogtepunt telde Bodie meer dan 65 saloons en dit voor slechts 10.000 inwoners. Gevechten, shoot-outs en moorden waren er dagelijkse kost. Soms werden deze gewelddadigheden door alcoholgebruik veroorzaakt, soms omwille van onenigheden over goud, meestal was de combinatie van deze twee voorgaande zaken van toepassing.
Bodie is gelegen op een hoogvlakte en dit zorgt ervoor dat de temperatuur vaak onder het vriespunt zakt. Om zijn voormalige inwoners warm te houden, rekende men op de vele Chinezen. Bodie had zodoende ook snel zijn eigen Chinatown. Naast het verkopen van hout, verdienden de Chinezen er ook geld met de verkoop van groenten en het managen van wasserijen.
Het Bodie van vandaag is slechts een fractie van het vroegere Bodie. Een brand in 1930 en vandalisme in 1940 zorgden voor een grote teleurgang van delen van de stad. Gelukkig heeft de familie Cain, die toen grondeigenaar was, ingegrepen door het inzetten van zogenaamde caretakers. Zij werden met de taak belast om Bodie te behouden zoals het was. In 1962 werd de ghost town een staatspark en dus beschermd gebied.
Bodie bezoek je het best tijdens de zomermaanden, ook al is het spookstadje het volledige jaar door open. De weg ernaartoe is echter niet steeds toegankelijk door sneeuwval en ijzel.
