Fort Liefkenshoek in Beveren (Waasland)
Het fort Liefkenshoek is een schans en fort nabij het voormalige gehucht Liefkenshoek bij het Belgische dorp Kallo, een deelgemeente van het Oost-Vlaamse Beveren. Het was een militaire vesting op de linkeroever van de Schelde bij Antwerpen. Het is in de periode 1585-1786 een vooruitgeschoven post van de Republiek geweest. Nu is het fort eigendom van de gemeente Beveren en sinds 1985 een beschermd monument.
Het fort werd in 1579 gebouwd tegenover het fort Lillo aan de rechteroever, waarschijnlijk in opdracht van de magistraat van Antwerpen. In juli 1584 viel het in handen van het Spaanse leger, maar in april 1585 kregen de Antwerpenaren het weer in handen. Na de Val van Antwerpen, op 15 augustus 1585, behielden de opstandelingen in de Noordelijke Nederlanden de greep op het fort. In 1614 werd het fort geheel vernieuwd op basis van een bestek van de vestingbouwer David van Orliens. Bij de Vrede van Münster in 1648 werd het fort officieel erkend als een vesting van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Deze Republiek beheerste dus de Schelde tot vlak voor de stad Antwerpen. Vanuit Lillo en Liefkenshoek werd een fiscale barrière in stand gehouden die nadelig was voor de handelspositie van de Antwerpse haven. Tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog in 1747 namen de Fransen het fort in. Bij de Vrede van Aken (1748) werd Liefkenshoek weer aan de Republiek toegewezen, die het in februari 1786 aan de Oostenrijkse Nederlanden afstond als uitvloeisel van het (Verdrag van Fontainebleau (1785)).
Tijdens de (volgende) Franse bezetting, tussen 1794 en 1814, werd het fort uitgebreid met een kruitmagazijn en een halfcirkelvormige bomvrije kazerne, bestaande uit twaalf kazematten.
Na de Belgische Revolutie van 1830 bleven de forten Liefkenshoek en Lillo nog tot 1839 in handen van het Koninkrijk der Nederlanden. In 1894 werden ze als vestingwerken buiten bedrijf gesteld. Liefkenshoek werd een hospitaal (lazaret) van de quarantainedienst op de Schelde tot 1952. Na de Tweede Wereldoorlog werd het fort gebruikt als basis en depot van de Belgische marine. Van 1964 tot 1973 deed het dienst als vakantieoord van het Belgische leger voor beroepsmilitairen en hun families. Daarna werd het fort gesloten tot het in juni 1980 werd aangekocht door de gemeente Beveren.