Kasteel Cleydael in Het Zuid (Antwerpen)
Het kasteel is van oorsprong een feodale middeleeuwse waterburcht, gelegen op een eiland gevormd door twee takken van de Struisbeek. Het heeft een vierkante plattegrond bestaande uit vier vleugels om een binnenplaats. Op iedere hoek heeft het een toren elk verschillend van vorm, waarbij de beide oostelijke torens tevens zwaarder zijn uitgevoerd. Elke toren heeft een eigen naam; de beide westelijke torens worden de Uilentoren en de Kattentoren genoemd, de noordoostelijke toren heet de Vossentoren, terwijl de zuidoostelijke toren de Kapeltoren heet. De Vossentoren is afwijkend van de andere drie torens, vierkant van vorm en is voorzien van een uivormige spits. Deze toren heeft muren van meer dan een meter dikte. De Kapeltoren wordt zo genoemd omdat deze voorzien is van een kapel met een prachtig stergewelf. De onderbouw van het kasteel dateert uit 1350, de overige gedeelten stammen uit de 16de en 17de eeuw en zijn opgetrokken uit baksteen waarschijnlijk afkomstig uit de directe omgeving van het kasteel.
De bij het kasteel behorende nederhof is trapeziumvormig en oorspronkelijk geheel door grachten omgeven. Aan de oostzijde is het complex bereikbaar via een ophaalbrug naar de toegangspoort. Het gebouw naast de toegangspoort was het huis van de baljuw, later was dit de woning van de jachtopziener. Aan de westzijde van de nederhof is een vierkante wachttoren met aan weerszijden schuren, stallen en een brouwerij. Het geheel vormt een schilderachtig gebouwencomplex in Brabantse bak- en zandsteenarchitectuur.