Kasteel van Marnix de Sainte-Aldegonde in Dendermonde (Scheldeland: Denderstreek en Rupel)
Vervallen en door Spanjaarden leeggeplunderd tijdens de Geuzenoorlogen werd het Land van Bornem in 1587 verkocht[2] aan de Spaanse edelman Pedro Coloma[3], heer van Bobadilla, die met het Spaanse leger van Alexander Farnese naar de Nederlanden kwam. Hij behoorde tot de rijkste Spaanse adel, en liet het kasteel herbouwen. Ook liet hij in Bornem een klooster bouwen, waar vanaf 1658 verbannen Engelse Dominicanen woonden die daar onderwijs gaven. Sinds 1833 is in deze gebouwen de huidige Sint-Bernardusabdij gevestigd. Pedro Coloma stierf op 27 december 1621 en werd in Bornem begraven.
Pedro's zoon Alexandre volgde hem op. Pedro's kleinzoon Jean-François Coloma werd de eerste graaf van Bornem, nadat in 1658 het Land van Bornem door koning Filips IV van Spanje tot graafschap verheven was.
Een belangrijk familielid van de huidige grafelijke familie was Filips van Marnix van Sint-Aldegonde, mogelijke auteur van het Wilhelmus. Hij was sinds 1583 buitenburgemeester van Antwerpen en verdedigde zijn stad zonder veel succes tegen Alexander Farnese, de zoon van Margaretha van Parma. Hoewel zijn naam "de Marnix de Sainte-Aldegonde" het laat vermoeden, is hij geen bewoner van het kasteel geweest (de familie de Marnix is namelijk pas eigenaar van het domein geworden in 1773). Tijdens het oorlogsgeweld van de 17e eeuw raakte het kasteel ernstig beschadigd, zodat in 1687 de centrale burchttoren werd gesloopt. Graaf Karel de Marnix, achtste graaf van Bornem, vluchtte met zijn moeder naar Nederland om aan de Franse Revolutie te ontkomen. Het kasteel en het domein werden verbeurd verklaard en in 1799 in Antwerpen openbaar verkocht. In 1802 kocht Karel de Marnix het kasteel en een deel van het domein terug, ging er wonen en werd burgemeester van Bornem tot 1832. In 1880 werd de rest van het kasteel in opdracht van graaf Ferdinand Jozef gesloopt. Hij gaf opdracht tot het bouwen van een nieuw kasteel aan architect Hendrik Beyaert (1823-1894), die vroegtijdig overleed zodat de werkzaamheden door E. Janlet werden voltooid. In 1895 werden de wachttorens op de brug gebouwd.
Het domein is sinds 1773 in het bezit van de familie de Marnix, waarvan sommige leden sinds 24 april 1881 ook de naam "de Sainte-Aldegonde" voeren. De huidige kasteelheer kreeg in april 2013 een prijs voor zijn inzet voor het behoud van het kasteel van de Koninklijke Vereniging der Historische Woonsteden en Tuinen van België