Abdij Averbode in Diest (Vlaams Brabant)
Eggebertus van Rolingen, een kasteelheer van het huidige Rullingen was getuige bij de stichting van de Abdij in 1134. In de beginjaren overleefde de kloostergemeenschap, die oorspronkelijk uit mannen en vrouwen bestond, door landbouw waarbij de Norbertijnen hulp kregen van lekenbroeders. Oorspronkelijk was het een dubbelklooster. De zusters verhuisden aan het begin van de 13e eeuw naar een eigen abdij (Keizerbos). Deze gemeenschap bleef tot 1796 bestaan.
In 1154 schonk graaf Lodewijk I van Loon de Bolderbergwinning, nu gekend als domein Bovy aan de kloostergemeenschap. Het bleef in hun bezit tot de Franse revolutionairen het domein verbeurd verklaarden en verkochten.
De Norbertijnen van Averbode hielden zich in de late middeleeuwen meer met pastoraal werk bezig. De kerk en het abdijgebouw werden in 1499 door blikseminslag zwaar beschadigd. Tijdens de 16e eeuw moesten de Norbertijnen verscheidene keren een veilig onderkomen zoeken in hun refugehuis van Diest en later Averbode verlaten om zich eerst in Sint-Truiden, daarna in Diest te vestigen. In 1604 lieten de omstandigheden het toe om terug te keren.
In 1648 voltooiden Norbertijnen de bouw van een bedevaartskapel in Kortenbos bij Sint-Truiden die later uitgroeide tot de Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw van Kortenbos. Tussen 1664 en 1672 werd een nieuwe abdijkerk in barokstijl in Averbode gebouwd.
De Fransen schaften in 1796 bijna alle kloosters en abdijen af; de abdij werd verkocht en het klooster afgebroken. Het monumentale pijporgel van Robustelly werd gekocht door de St. Lambertuskerk te Helmond (Nederland), waar het nog steeds te bewonderen en te beluisteren valt. In 1802 verwierven de Norbertijnen de abdij opnieuw en na de onafhankelijkheid van België in 1830 werd het kloosterleven in Averbode hervat. In 1858 werd het op dat moment grootste romantische kerkorgel van België in de abdij in gebruik genomen, gebouwd door Hippolyte Loret. Dit orgel is momenteel onbespeelbaar en wacht op restauratie.
Op het einde van de 19e eeuw vertrokken ook de eerste missionarissen naar Brazilië. Toen legden de broeders zich toe op drukkers- en uitgeversactiviteiten en het aantal leden van de gemeenschap nam in die periode sterk toe. In 1920 werd onder impuls van pater Basiel Vanmaele de Eucharistische Kruistocht opgericht. Vanaf 1920 gaf de abdij een kindertijdschrift uit: Zonneland. In 1930 volgden de Vlaamse Filmpjes, waarin de jeugd kon kennismaken met de literatuur, en in 1958 ontstond Zonnekind. De drukkerij, die zich op het terrein van de abdij bevond, werd in 1996 verkocht aan een privéonderneming, deze is intussen failliet. De plaats van de drukkerij wordt momenteel omgebouwd.
In 1942 telde de gemeenschap 230 leden. In hetzelfde jaar werd het hele complex behalve de kerk, de kapittelzaal en de sacristie door brand vernield.
In de jaren vijftig van de 20e eeuw waren de Norbertijnen actief in het onderwijs door het stichten van colleges voor middelbaar onderwijs (o.a. het Sint-Michielscollege van Brasschaat en het Sint-Michielscollege van Schoten).