Een heidelandschap is een halfnatuurlijk landschap. Dit wil zeggen, dat zonder het ingrijpen van de mens in de natuurlijke processen, de heide als biotoop zou verdwijnen. Om de heide te behouden en verbossing tegen te gaan, moeten bepaalde delen systematisch worden gekapt en geplagd. Plaggen is het weghalen van de humusrijke bovenlaag. Het is een zeer arbeidsintensieve klus. De plaggen werden tot 1920 gebruikt als brandstof en als bodembedekking in de potstal. Ook nu wordt nog geplagd, maar dan in het kader van natuurbehoud. Hierdoor krijgt de typische heidevegetatie, dit zijn planten die graag een voedselarme bodem hebben, zoals struikhei, dophei en zonnedauw volop kansen om zich te ontwikkelen. Ook schapen en Galloway-runderen helpen, door begrazing, de heide in stand te houden. Zij eten opschietende boompjes, heideplanten en grassen en houden het landschap zo open en zorgen voor variatie in de plantengroei.
De heiden van het grenspark zowel als enkele bossen kennen een aantal grote vennen (o.a Groote Meer, Putse Moer en Stappersven).
In de Kalmthoutse heide komen naast heiden nog meerdere uitgestrekte onbegroeide zandverstuivingen voor, zoals de Kambuusduinen, de Vossenbergen, de Kriekelareduinen en de Wilgenduinen. Het continu stuiven en recreatief gebruik verhinderen het ontstaan van veel begroeiing. De beheerders willen enerzijds een aantal hoge stuifduinen bewaren en dus voorkomen dat die verwaaien, en anderzijds zorgen, dat er voldoende open zand blijft omdat allerlei insecten (zandloopkevers, vlinders, graafwespen en zandbijen) dit open zandmilieu nodig hebben.
Er komen ook bossen voor op vastgelegde landduinen (o.a Staartse Duinen, Gemeentebossen, Bieduinen). Plaatselijk is daar de opvallende Zeeden geplant. Grote delen van deze bossen worden overigens gekapt om meer ruimte te maken voor heide en een meer natuurlijke vegetatie.
Wandeling Kalmthoutse Heide - Putse Moer (9,8KM)
Wandeling Kalmthoutse Heide - Stappersven (5,3KM)