Zelf champignons telen kan!

Teeltwijze van champignons
Vroeger teelde men champignons in grotten aangezien de omstandigheden in grotten perfect beantwoorden aan de eisen die champignons stellen. Tegenwoordig bootsen kwekers deze omstandigheden na in kwekerijen.

Een champignon is een paddenstoel. Dat betekent dat het het vruchtlichaam van een schimmel is. Met andere woorden: champignons hebben geen bladgroen en kunnen dus ook geen eigen voedingsstoffen voortbrengen met behulp van fotosynthese. Het gevolg is dat champignons al hun voedingsstoffen uit organische materialen moeten halen.

Aan de basis van de teelt van champignon ligt dan ook compost van paardenmest en stro. Deze compost vermengt men met kalk zodat de compost meer basisch wordt. De kweekbakken die gevuld worden met de compost verhit men tot 55 graden Celsius. Alleen op die manier weet men zeker dat alle ziektekiemen en ongedierte dood zijn.

In een volgende stap laat men de kweekbakken met compost afkoelen tot 25 graden Celsius. Over de compost worden dan behandelde graankorrels gestrooid: graankorrels die gesteriliseerd zijn én de champignonschimmel bevatten. Deze schimmel dringt via de graankorrels in de compost. Je merkt dit aan de witte verkleuringen van de compost.

Als de schimmel goed groeit in de compost, brengt men een deklaag van 4 centimeter aarde aan op de compost. Groeit de schimmel ook goed door deze dekaarde, dan verlaagt men de temperatuur om de vruchtvorming te stimuleren.

Snel verschijnen witte speldekopjes. Na een week zijn deze speldekopjes mooie kleine witte champignons die je kan oogsten.

Meerdere vluchten champignons
Bij de teelt van champignons spreekt men over vluchten. De eerste oogst is een eerste vlucht: op enkele dagen tijd kan je opeens veel champignons oogsten. De oogstperiode is dan echter nog niet afgelopen; een aantal speldeknoppen zal uitgroeien tot champignons voor een tweede vlucht enzovoort.

Champignonkwekers hebben zo 6 vluchten verspreid over de hele teeltperiode van 12 weken.

Minicultuur van champignons
In de handel kan je styropor-bakken kopen die gevuld zijn met doorgroeide compost. Het bevat met andere woorden al de schimmel die je nodig hebt om champignons te kweken.

• Stappenplan om champignons te kweken via minicultuur:
• Plaats de bak (deksel incluis) gedurende 1 week in een warme omgeving.
• Strooi de dekaarde die je bij de styropor-bak krijgt, over de compost.
• Verzeker je ervan dat deze dekaarde vochtig (niet nat!) blijft.
• De schimmel groeit na een tijdje door de dekaarde. Dat merk je aan de schimmeldraden die de oppervlakte bereiken.
• Eens je de schimmeldraden duidelijk ziet, verhuis je de bak naar een koelere omgeving van ongeveer 17 graden Celsius. Verwijder het deksel van de bak voor voldoende luchtbeweging.
• Houd de dekaarde ook nu vochtig.
• 14 dagen later volgt de eerste oogst. Trek de champignons met een draaiende beweging uit de aarde.

Minicultuur levert in 3 vluchten een gemiddelde opbrengst van 1 kilogram champignons op. Voor een maximale opbrengst laat je de champignons best niet te groot worden.

Tips voor het kweken van champignons
Ten slotte wijzen wij je op enkele belangrijke aandachtspunten bij de teelt van champignons:

• Houd een hygiënische werkwijze aan. Champignons zijn erg kwetsbaar voor ziektes. Aangetaste champignons verkleinen de opbrengst aanzienlijk.
• Vaak denkt men dat champignons enkel in het donker groeien. Duisternis is echter niet noodzakelijk. Je moet wel voorkomen dat de kweekbak op een te zonnige plaats staat. Het zonlicht doet de champignons namelijk geel kleuren.