Habitat
In de 15de eeuw troffen de Europeanen deze planten voor het eerst aan in Zuid-Amerika. De fuchsia ontleent haar naam trouwens aan één van deze ontdekkers, meer bepaald dokter Fuchs. De kleurrijke belletjes groeien van nature in diverse klimaten in Zuid-Amerika: van de tropische streken rond de evenaar tot de koude streken in het uiterste zuiden. In de 18de eeuw bracht men de planten mee naar Europa, wat men in die periode wel vaker plachtte te doen.
Duizenden cultivars
Dankzij hybidrisatie zijn er vandaag de dag maar liefst 8000 kruisingen te koop. Keuze genoeg dus. Dat ze belvormig zijn, hebben ze allemaal min of meer gemeenschappelijk. Tot de verschillen behoren de volgende aspecten:
Klimaat
Fuchsia’s houden van een redelijk schaduwrijke en beschutte plaats in de tuin. Er moet wel voldoende licht zijn. Qua temperatuur doen fuchsia’s het het best tussen 16° en 24° C. Omdat fuchsia’s zowel in warme als in koude streken voorkomen in de natuur, zijn er veel verschillen tussen de soorten. Zo heb je winterharde fuchsia’s die je in onze streek gerust buiten kan laten staan in de winter. Andere zal je binnenshuis of in een koude kas moeten laten overwinteren. Controleer bij aankoop dus goed of het al dan niet vorstbestendige fuchsia’s zijn die je permanent buiten kan laten staan.
Een iets lagere of iets hogere temperatuur vormt normaliter geen probleem. Deze planten verdragen temperaturen tot zo’n 32° C. Geef ze dan wel voldoende water en besproei de bladeren ook geregeld. Met een iets hogere vochtigheid kunnen fuchsia’s beter tegen hoge temperaturen. Zo niet zullen de bloemknoppen uitdrogen en de bladeren voortijdig afvallen.
Anderzijds kunnen ze ook tegen wat lagere temperaturen, maar hou de plant dan droger. Koude én nattigheid kunnen immers wortelrot veroorzaken. 10° C is een relatief veilige temperatuur. Daalt de temperatuur onder 5° C, dan gaat de plant in winterrust en verliest ze al haar bladeren. Bovengronds sterft alles af, maar ondergronds blijven de wortels intact waardoor de plant in het voorjaar weer zal schieten. Hou er rekening mee dat een fuchsia in volle grond 's winters meer koude en vocht verdraagt dan in een pot. Grond in potten bevriest immers veel sneller, zelfs winterharde fuchsia’s zullen dit niet overleven.
Water en mest
Je kan fuchsia’s zowel begieten als onderdompelen. Ofwel geef je ze een douche ofwel een bad, zou je kunnen zeggen. Om fuchsia’s te dompelen neem je een emmer water bij de hand. Hierin dompel je de hele pot, waarna je hem laat uitlekken. Aan de luchtbelletjes kan je zien of de plant voldoende water heeft opgeslorpt.
De potgrond van deze planten laat je best terug opdrogen voor je de planten opnieuw water geeft. Op zonnige en warme dagen zal je elke dag water moeten geven. Is het bewolkt en koud, dan kan je gerust enkele dagen overslaan.
Fuchsia’s hebben tijdens de groeiperiode elke twee weken mest nodig. Je kiest bij voorkeur vloeibare mest, die je volgens de aanwijzingen op de verpakking, vermengt met water. Om te vermijden dat droge wortels een overdosis mest te verduren krijgen, geef je best eerst gewoon water aan de plant. Ook wat bemesten betreft, kan je kiezen tussen onderdompelen en begieten.
Hangende en stamfuchsia’s
Doorgaans plant men fuchsia’s in potten of hangmanden. Als je deze planten in hangmanden verwerkt, zoek je best een beschutte plek uit zodat harde wind hen niet kan beschadigen. Hou er ook rekening mee dat je de plant gemakkelijk water moet kunnen geven in een hangmand. Vooral hangende types zijn voor deze laatste groeiwijze geschikt:
Bepaalde fuchsia’s kan je kweken op stam. Je vertrekt dan best van een jonge stek die je in stekpoeder doopt en enkele centimeters in potgrond steekt. Zorg voor een goede luchtvochtigheid, dan wortelt de stek beter. Een stokje zorgt ervoor dat de fuchsiastek mooi recht blijft groeien. Naarmate de plant groeit, zal je haar steeds hoger moeten vastbinden. Als je een fuchsiaboompje wil verkrijgen, is het heel belangrijk dat je de blaadjes aan de hoofdstengel laat zitten en dat je enkel de zijscheuten verwijdert. Pas als de stengel zo’n meter hoog is, mag je de plant toppen. Dit stimuleert de groei van zijtakken. Typische stamfuchsia’s zijn:
Als je fuchsia’s stekt, kan je ze in alle mogelijke vormen laten groeien. Het enige wat je nodig hebt, is een stokje of constructie als leidraad: