Vetplant met waterreserve
Sedum is een succulent of vetplant, die ook onder de volgende namen bekend is: muurpeper, vetkruid of hemelsleutel. Met meer dan 500 soorten maakt sedum deel uit van de crassulaceae-familie. Het vetplantje groeit voornamelijk in het noordelijk halfrond, meer bepaald in gematigde streken.
Eigenlijk verwijst sedum naar een afwisselende groep vetplanten die variëren in vorm en uiterlijk: van boonvormig tot rozetten, van bodembedekkers tot opgaande groeiers. De variëteit in bladkleur en bloem uit zich in geel- en blauwgroene, roodbruine, zelfs geelachtige, zilverkleurige, witte... soorten. In de herfst is sedum vaak nog mooier vanwege de verkleurende bladeren.
Qua betekenis is het woord afgeleid van het Latijnse sedere, dat ‘zitten’ betekent. Dit plantje zit inderdaad en dat meer bepaald op en tussen stenen. De Romeinen gebruikten dit gewas trouwens om hun muren en daken te beschermen tegen onweer.
Zandgrond
Plant sedum in een goed doorlatend grondmengsel, vooral in een zanderige ondergrond doet hij het goed. Meng daarvoor gelijke delen potgrond en zand. De plant gedijt in de hele tuin: als potplant, als borderplant, in een rotstuin, op een schaal... Kies wel winterharde soorten zoals de gele sedum adolphii of de rode sedum rubrotinctum, als je sedum permanent buiten wil laten staan. Let op de afwatering van de pot of schaal. Enkele gaten zorgen ervoor dat het water niet in de pot blijft staan, wat tot wortelrot leidt.
Zet sedum in de volle zon, het zijn echte zonnebaders. In een warme zomer geef je de plant best twee keer per week water, zodat hij zijn vochtvoorraad kan aanleggen en op peil houden. Maak je echter geen zorgen als je met vakantie vertrekt, hij kan gerust een tijdje zonder water. In de winter geef je helemaal geen water.
Vermeerderen
Sedum kan je makkelijk met stekjes vermeerderen. Neem tussen voorjaar en einde najaar een stek: een top- of bladstek. Ook blaadjes die afbreken bij het verpotten of verplanten, kan je gebruiken als stek. Laat deze stek één week drogen. In die tijd vormt zich wondweefsel, wat het risico op rotten uitsluit. Plant de stek daarna in een potje, maar plaats hem niet te diep. Nu ontwikkelen zich worteltjes en nieuwe knopjes aan de blad- of topstek. Als de stek groot genoeg is en voldoende wortels heeft, kan je hem uitplanten of verpotten.
Soorten