Of je nu graszoden legt of een nieuw gazon inzaait, de voorbereiding is dezelfde en moet minimum twee weken van tevoren gebeuren. De grond moet vrijgemaakt worden van afval, bouwpuin, lang gras en alle onkruid en de oppervlakte moet worden geëgaliseerd. Zo ga je te werk.
- Spit de plek voor het nieuwe gazon volledig om en verwijder alle puin, stenen, wortels. Meng een royale hoeveelheid vochtige turf door de grond. Door deze voedingsbodem van organisch materiaal zal het gras beter bestand zijn tegen droogte.
- Graaf boomstronken compleet uit. Zo bespaar je je het werk om de kuil te vullen die later zal ontstaan als de stronk wegrot. Ook voorkom je zo dat schimmels de kop opsteken.
- Het is belangrijk het oppervlak zo vlak mogelijk te harken, het met je voeten aan te trappen en het opnieuw te harken om het zo egaal mogelijk te krijgen.
- Vernietig alle onkruid en grassen die nog op het perceel staan met een totale onkruidverdelger zonder nawerking. Laat twee tot drie weken inwerken.
- Na twee tot drie weken spit je de grond ongeveer 25 cm diep. Voeg een bodemverbeteraar toe om de structuur van de bodem te verbeteren. Controleer eventueel de zuurtegraad van de grond met een testsetje dat je in de handel kan verkrijgen. Als de grond te zuur is moet je kalk strooien en inharken. Is de bodem arm dan kan je ook een organische meststof uitstrooien.
- Hark, wals en rol het terrein tot het helemaal effen is.
Als je klaar bent met de grondwerkzaamheden kan je het toekomstige gazon best minstens twee weken lang braak laten liggen voor je begint te zaaien of zoden te leggen. Het onkruid dat je over het hoofd hebt gezien steekt zo de kop op, en kan je meteen wegschoffelen. De grond heeft dan ook de tijd om 'in te klinken' zodat er geen hobbels en kuilen in het gras ontstaan.
