Kies je een klassieke ketel, een condensatieketel, hoogredementsketel ? Wij geven een aantal tips en mogelijkheden.
De soorten verwarmingsketels
- Klassieke verwarmingsketels verwarmen het water tot een temperatuur tussen 70 à 90°C. Deze ketels zijn niet erg duur in aankoop, maar daar staat wel een laag rendement tegenover.
- Hoogrendementsketels warmen het water minder sterk op, tot een temperatuur tussen 30 en 70°C. Omdat ze, naast verbranding, de warmte van de verbrandingsgassen recupereren, bieden deze ketels een hoog rendement.
- Condensatieketels verwarmen het water tussen 70 en 90°C. Ze beperken het energieverlies tot een minimum, aangezien ze de waterdamp die vrijkomt bij verbranding niet direct via de schoorsteen afvoeren. Deze ketels benutten de warmte van de waterdamp uit verbrandingsgassen ten volle door condensatie. Bij aankoop zijn ze iets duurder dan hoogrendementsketels, maar qua verbruik win je 5 à 10 %. Het toestel is ook minder vervuilend. Let wel op: sommige modellen werken enkel op duurdere, zwavelarme stookolie.
Plaatsing van de ketel
Wat de plaatsing van verwarmingketels betreft, kan men opteren voor een vloerketel of een wandketel. De grootte van het huis en het al dan niet gebruik van warm water bepaalt de keuze.
- Vloerketels plaatst men, zoals de naam het al laat raden, op de grond. Ze lijken op een grote wasmachine. Ze vragen weliswaar meer plaats dan wandketels, maar ze hebben ook een groter vermogen. Daarom zijn ze ideaal voor grote woningen. Je moet je wel nog een aparte circulatiepomp en een expansievat aanschaffen.
- Wandketels hangt men tegen de muur zoals een geiser. Er is al een expansievat en circulatiepomp ingebouwd. Ze zijn compact, maar hebben een beperkt vermogen waardoor ze eerder geschikt zijn voor kleinere woningen en appartementen. De meeste wandketels zijn open toestellen zonder schoorsteen. Men kan ze ook voor warm water gebruiken, wat de aankoop voordeliger maakt.
De aansluiting van de verwarmingsketel
Atmosferische of open modellen voeren de verbrandingsgassen via de schoorsteen naar buiten. Verse lucht haalt een open model uit de ruimte waarin het staat opgesteld. Die ruimte moet altijd voldoende verlucht zijn. Indien men zich niet aan de voorschriften houdt, riskeert men CO-vergiftiging. Een werkende dampkap kan bijvoorbeeld rookgassen naar binnen trekken.
Gesloten modellen koppelt men via een dubbele buis rechtstreeks aan op een buitenmuur. Enerzijds voert een ventilator verbrandingsgassen af, anderzijds levert hij verse lucht voor het verbrandingsproces. Dit systeem is duurder, maar wel veiliger op het vlak van CO. Omdat het risico op rookhinder voor de buren reëel is, is de plaatsing ervan streng gereglementeerd.