De Duomo van San Gennaro werd gebouwd tussen 1294 en 1323. De gevel van de kerk is echter opgetrokken in een 19de eeuwse stijl. Het schip van de kerk bevat antieke zuilen en grafmonumenten van vroegere overheersers. Verder kan je in de kerk een blik werpen op schilderijen van Lanfranco en Domenichino. De Duomo, meer bepaald de Cappella San Genarro, herbergt de relieken van de beschermheilige van Napels, San Gennaro. Deze stierf in 305 aan de marteldood. In de kapel staat een verzilverde buste waarin het hoofd van de San Gennaro opgeborgen werd. Ernaast staan enkele fiolen met gestold bloed van de beschermheilige. Dit bloed zou 3 keer per jaar, meer bepaald op de 1ste zondag van de maand mei, 19 september en 16 december vloeibaar worden, aldus het mirakel van het bloed. De overlevering leert ons dat het uitblijven van dit mirakel onheil betekent voor de stad Napels. Volg de beuk in noordelijke richting en belandt bij de Basilica di Santa Restituta. Deze dateert van de 4de eeuw, maar werd in de 14de eeuw opnieuw opgebouwd. Vroeger stond er een Apollotempel op die plek. Bezienswaardigheden in deze kerk zijn de 17de eeuwse plafondschilderingen van Luca Giordano en het 5de eeuwse doopvont.