Voorafgaand aan de huidige kerk werd in 1639 een tijdelijke kerk gebouwd voor de door Koning Christiaan IV op het eiland Amager geplande stad Christianshavn. Met de bouw van de huidige Verlosserskerk, naar het ontwerp van de Noorse architect Lambert van Haven, werd niet eerder begonnen dan in 1682. Het kerkgebouw kon 14 jaar later in 1695 worden ingewijd, maar de toren moest toen nog worden gebouwd. Pas tijdens de regering van koning Frederik V werd de bouw van de toren weer op de agenda geplaatst. Hiervoor werd de architect Lauritz de Thurah aangetrokken, die de oorspronkelijke plannen van Van Haven liet varen ten gunste van een eigen ontwerp dat in 1749 door de koning werd goedgekeurd. Binnen drie jaar was de opmerkelijke toren voltooid en bij een plechtigheid op 28 augustus 1752 beklom de koning zelf de toren.
Een hardnekkige mythe verteld dat de architect Laurids de Thurah zichzelf van het leven zou hebben beroofd door van de toren af te springen, nadat hij zich realiseerde dat de spiraal van de toren tegen de klok in draaide. De ontwerper van de spiraalvormige toren stierf echter zeven jaar na de voltooiing van de toren in bed.