De meest bekende universiteit van Parijs is de Sorbonne. Ze werd gesticht in 1253 door Robert de Sorbon en was oorspronkelijk een instituut voor theologie voor 16 arme studenten. Na deze bescheiden start groeide het college snel uit tot het centrum van de scholastiek en waren bijna alle bekende filosofen en theologen uit die periode alumni van de Sorbonne. Later werd ze uitgebreid met de faculteiten voor filosofie, kunsten en rechten. Tegen de 14de eeuw waren hier wel 20.000 buitenlandse studenten ingeschreven en was Parijs het kenniscentrum van Europa. Ook stond hier in 1469 de eerste drukkerij van Frankrijk.
Tijdens de revolutie werd de universiteit gesloten vanwege haar nauwe banden met de Kerk. Ze werd weer geopend door Napoleon in 1808. Eind 19de eeuw werd ze volledig seculier en werd ze uitgebreid met nieuwe amfitheaters, labo’s, een observatorium en bibliotheken, en dit om tegemoet te komen aan het groeiende aantal studenten.
Een volgend keerpunt in de geschiedenis van de Sorbonne waren de studentenopstanden van mei ’68, die aanzienlijke schade veroorzaakten in de omgeving van de universiteit. Het resultaat was dat de universiteit de deuren sloot. Belangrijke veranderingen werden doorgevoerd, en in 1970 werd de Sorbonne een van de 13 Parijse universiteiten. Vijf van deze universiteiten (Paris I – Paris V) komen voort uit de oude Sorbonne.