Poortersloge in Historisch Centrum Brugge (Brugge)

De Poortersloge werd gebouwd tussen ca. 1395 en ca. 1417. Van zodra het gebouw klaar was tot 1715 zetelde ook Het Genootschap van de Witte Beer, een Brugse ridderlijke steekspelvereniging opgericht een tijdje na de heldendaad van Boudewijn I, in dit gebouw. Kort na de constructie van het gebouw kreeg het genootschap van de stad de toestemming het beeld van hun mascotte, een schilddragende beer, in een nis in de gevel te plaatsen. Vandaag de dag is het er nog en spreekt men nog steeds van het 'Beertje van de Loge'. Dit beertje vindt men op verscheidene andere plaatsen en zelfs op het wapenschild van Brugge terug.

Van 1720 tot 1890 zetelde de Vrije Kunstacademie er. Na het vertrek van de intussen hernoemde Stedelijke Kunstacademie installeerde in 1912 het Rijksarchief zich in de oude loge.

Het gebouw kende een brand in 1755 en onderging daardoor enkele veranderingen. Zo moesten onder andere de torenbekroning en ingang worden vernieuwd. In 1818 werd er een nieuwe vleugel in vroege neogotiek opgetrokken. Stadsarchitect Louis Delacenserie liet deze in 1897 echter afbreken en bracht alles terug tot een laatgotische vormgeving. Er werd een nieuwe stenen toren gebouwd. De traptoren is nog voor een deel authentiek. De doorlopende borstwering met waterspuwers is een verwijzing naar de Brabantse gotiek. Op de gevel wordt met een Latijnse spreuk verwezen naar het feit dat het gebouw sinds 1755 niet meer in oorspronkelijke staat is.