Het gebouw werd oorspronkelijk gebouwd als herberg en om belangrijke gasten te ontvangen. In 1420 kocht de stad het gebouw aan om de belangrijke buitenlandse gasten te ontvangen. De stad besliste tot verbouwingen en bouwde extra ramen, "gemakken" (middeleeuwse WC's) en een stenen toegangstrap. Het huis werd verder nog gebruikt als rechtszaal en voor samenkomsten van de stedelingen. De naam wijnhuis komt van de plaats in de herberg waar men wijn dronk en gezellig samen was.