Samenleven met een mol
Mollen zijn nuttige dieren, want heel wat schadelijke insecten staan bij hen op het menu. Dagelijks eten ze bijna 90% van hun lichaamsgewicht aan regenwormen, engerlingen (de larve van de meikever), emelten (de larve van de langpootmug) en slakken. Ideaal is het dus als je kan leven met een mol in de tuin.
Molshopen verschijnen pas als het diertje zijn domein uitbreidt om op zoek te gaan naar voedsel. Als hij genoeg regenwormen tot zijn beschikking heeft, zal je hem dan ook niet eens opmerken. Zit je geplaagd met molshopen, dan kan je ze dus telkens afgraven (de aarde is uitstekende potgrond!) en wachten tot jouw mol al zijn gangen heeft gegraven.
Mollen vangen of verjagen
Raakt je geduld op, of graaft je mol zo veel gangen dat ze instorten en je gazon helemaal ondermijnd wordt? Dan zit er niets anders op dan de mol te vangen of te verjagen. Wil je een mol op een dier- en milieuvriendelijke manier uit je tuin verjagen, dus zonder klemmen of vergif, dan zijn er enkele alternatieve methodes. Waterdicht zijn ze echter niet.
Ken je tegenstander
Mollen zijn solitaire dieren. De oppervlakte van hun territorium beslaat ongeveer 400 m². De plek waar ze hun nest maken en voedselvoorraden opslaan beslaat zo’n 150 meter. Ze zijn het hele jaar actief, maar vooral in de lente is hun activiteit groot omdat mannetjes dan op zoek gaan naar een partner. Ze graven dan met een snelheid van 12 meter per uur.
Een goede aanwijzing waar hun nest zich bevindt zijn de vogels in je tuin die op zoek zijn naar voedsel. Als ze op een bepaalde plek veel regenwormen uit de grond halen, dan weet je waar je mol vooral actief is. Regenwormen komen immers naar de oppervlakte als er een mol in de buurt zit. Concentreer je op die plek om het offensief in te zetten.
Methode 1: bedwelm hem
Mollen hebben een gevoelig reukorgaan. Ze hebben een hekel aan uien, knoflook en eucalyptus, aan de geur van terpentijn en petroleum en aan mottenballen. Ook bestaan er zogenaamde ‘mollenbolletjes’ die deze geur afscheiden. Stop ze in de mollengang, en de mol zou er spoorslags vandoor moeten gaan.
Preventief kan je ook keizerskronen (Fritillaria Imperialis) en kruisbladwolfsmelk (Euphorbia lathyris) planten. Niet alle mollen hebben een afkeer hebben van de geur van deze planten, getuige de molshopen die je soms rond deze planten aantreft. In ieder geval: baat het niet dan schaadt het niet.
Methode 2: maak lawaai
Mollen schijnen een hekel te hebben aan het fluitende geluid dat de wind in lege flessen maakt. Je kan een fles waaruit je de bodem hebt geknipt in de grond graven tot de hals net boven de grond uitsteekt. De schelle fluittoon is een kwelling voor mollen en een reden om andere oorden op te zoeken.
In de handel zijn ook apparaatjes verkrijgbaar die hoge frequentiegeluiden of trillingen voortbrengen die mollen zouden verjagen. Heb je een automatische grasmaaier, dan heb je kans dat mollen door de continue trillingen op de vlucht slaan. Sommigen beweren dan weer dat die trillingen regenwormen aantrekken, en dus... mollen.
Methode 3: zet een mollenkooi in
Met een mollenkooi kan je proberen de mol levend te vangen om hem op een open plek weer los te laten. Let wel op voor zijn vlijmscherpe tandjes!
Controleer de kooi ook regelmatig, want een mol kan niet lang zonder voedsel overleven. Draag wel handschoenen als je de kooi in de rit plaatst, want van zodra een mol je geroken heeft, verandert hij zijn route. Maak de gang ook weer donker door hem opnieuw te bedekken met aarde.
Methode 4: stuur je kat
Heb je een actieve kat of hond die graag jaagt? Laat de natuur zijn werk gaan en met een beetje geluk heeft hij de mol zo te strikken!
Methode 5: ga op de loer liggen
Gewapend met een mestvork kan je een poging ondernemen de lustige graver te vangen op het moment dat hij zijn kopje boven de grond steekt. De meeste kans zou je hebben om 8, 12 en 16 uur. Deze spectaculaire techniek is helemaal ecologisch maar vereist engelengeduld, concentratie en handigheid. Wel kan je de mol vaak ongedeerd snappen en hem weer de vrijheid geven op een plek waar hij niemand stoort.
Ben je zelf niet zo gewiekst, dan kan je beroep doen op een professionele mollenvanger. Hij helpt je graag uit de nood!