Zo zet je baby zijn eerste stapjes: de verschillende fasen
Voor een baby is de grootste lichamelijke prestatie ongetwijfeld het alleen leren lopen. Dat leerproces verloopt in verschillende fasen: je baby leert zich optrekken om zich vervolgens langzaamaan met behulp van steunpunten voort te bewegen en zich ten slotte te wagen aan de eerste zelfstandige stapjes.
De eerste fase Tot nog toe leerde je baby hoe hij zich kan optrekken aan een zwaar meubelstuk of aan de spijlen van zijn of haar bedje om zijn evenwicht te bewaren. Nu gaat je baby die steunpunten gebruiken bij het zetten van de eerste stapjes. Je zal zien dat je kleintje beide handjes naar een kant schuift; je baby is dan even uit evenwicht. Vervolgens trekt hij zijn voetjes een voor een bij totdat hij rechtop en stabiel staat. In deze fase durft je baby zijn hele gewicht nog niet op zijn voetjes te laten rusten, ook al steunt hij met zijn handjes.
De tweede fase Je kleintje zal zekerder en doelmatiger trachten te stappen tijdens de tweede fase. Hij gaat een klein beetje afstand nemen van het steunpunt, zodat zijn hele gewicht op zijn voetjes rust. De handjes worden enkel nog gebruikt om het evenwicht te helpen bewaren. Je baby schuift niet langer beide handjes samen opzij, maar plaatst het ene handje over het andere. Op het einde van deze tweede fase worden de handen en voeten in ritmische bewegingen verplaatst. Dat betekent dat je baby tijdens kritieke momenten slechts op een handje en op een voetje steunt. Het andere handje en voetje is ondertussen in beweging.
De derde fase Tijdens de derde fase leert je baby kleine afstanden tussen twee steunpunten te overbruggen. Je baby leert zich nu dus verplaatsen in een grotere ruimte. Afhankelijk van de plaatsing van de meubels in een kamer kan je baby nu de kamer rondgaan. Dat gebeurt bijvoorbeeld als volgt: eerst stapt je baby langs de bank, dan maakt hij de oversteek naar de vensterbank, van de vensterbank gaat hij naar de stoel enzovoort. Als je baby de afstand met zijn twee armen kan overbruggen, zal hij de oversteek tussen twee meubelstukken of steunpunten wagen. Daarbij zal je kleintje het ene handje niet loslaten voordat hij iets met het andere handje heeft vastgenomen.
De vierde fase Tijdens de vierde fase leert je baby de eerste stap te zetten zonder steun. Nu gaat hij de uitdaging aan en probeert de afstand tussen twee steunpunten te overbruggen die net te groot is om met de armen te overspannen. Je baby zal zich vasthouden aan het ene steunpunt en zijn voetjes naar het midden van de ruimte verplaatsen. Vervolgens zal hij de steun loslaten en slingerend een stapje opzij zetten zodat hij het nieuwe steunpunt met de andere hand kan vastnemen. Vanaf het moment dat je kind een kleine afstand kan oversteken lonkt de vijfde fase. Als je kleintje dit kan, kan hij immers ook los staan. In vele gevallen ontdekt de baby dat per toeval, terwijl hij spontaan reikt naar iets wat zijn aandacht trekt, zoals eten of drinken, zonder te beseffen dat hij de steun loslaat.
De vijfde fase Je baby zal meestal nog steun zoeken tijdens de voorlaatste en vijfde fase. Als er echter geen directe steunpunten zijn waarmee hij zich kan behelpen, zal je kindje voor het eerst twee of drie onstabiele pasjes zetten om zijn doel te bereiken.
De zesde fase De laatste en zesde fase brengt haar naar volledig zelfstandig lopen. De afstanden die je kindje overbrugt zonder rustpauze bij een steunpunt zijn misschien nog niet zo groot maar hij verplaatst zich wel in een rechte lijn, ongeacht of er al dan niet een steunpunt is onderweg. Hij weet dat het stappen nu ook alleen lukt!