Uit subtropisch Zuid-Amerika
Van nature groeien petunia’s in subtropische streken in Zuid-Amerika. In het begin van de 19de eeuw bracht men de eerste petunia’s naar Europa: witte en paarse die de basis vormden voor talloze cultivars.
Deze planten zijn afkomstig van de solanaceae- of nachtschadefamilie. Ze bloeien slechts één zomerseizoen: het zijn dus eenjarigen. Wel groeien en bloeien ze dat ene jaar ontzettend uitbundig!
Zonnige plaats
Petunia’s zijn al vanaf eind april te koop in plantenzaken. Je kan ze dan al buiten plaatsen, maar haal ze binnen als de temperatuur al te sterk daalt. Petunia’s zijn doorgaans erg vorstgevoelig. Soorten zoals surfinia, angel earrings, summer wave en temari zijn niet bestand tegen vorst. Na de ijsheiligen, met name vanaf 15 mei, mag je petunia’s permanent buiten plaatsen. Het gevaar voor vorst is dan geweken.
Plant petunia’s in volle zon, met eventueel een beetje schaduw. Plaats ze beschut tegen de wind. Deze planten zijn warmte gewoon: de ideale nachttemperatuur bedraagt zo’n 18°C, overdag 20° à 26° C afhankelijjk van de bewolking. Bepaalde hybriden zijn bestand tegen lagere temperaturen tot zo’n 15°C.
Potmengsel
Potmediums met een goede drainage én tegelijkertijd de mogelijkheid om water vast te houden zijn geschikt voor petunia’s. Geef de plantjes meteen na het verpotten wat water, zodat de wortels ingesloten worden.
Bij een alkalische ondergrond is het aan te raden wat ijzer toe te voegen. Ook gele bladeren wijzen op ijzertekort.
Hou er rekening mee dat petunia’s flink uit de kluiten kunnen wassen. Voorzie dus voldoende ruimte voor deze groeiers. Plant ze zo’n 25 centimeter uit elkaar, grotere cultivars eventueel nog verder uit elkaar.
Veel water
Als je petunia’s pas geplant hebt, geef je best regelmatig water tot ze zijn aangeslagen. Ook daarna houden petunia’s van een geregelde douche. Op warme zomerdagen hebben ze zelfs dagelijks water nodig. Te veel water is echter nooit goed, want dan rotten de wortels en riskeer je schimmelvorming. Het potmengsel mag wel niet uitdrogen tussen de gietbeurten in. Vooral in potten moet je ervoor zorgen dat de grond altijd vochtig is, deze kunnen in deze zon heel wat vocht opslorpen.
Bemest je petunia’s met vloeibare meststof of mest in korrelvorm. Korrels geven geleidelijk aan hun voedingsstoffen vrij en werken dus langer in op de plant.
Op tijd en stond wat mest of een kleine portie mest bij elke gietbeurt is erg aan te raden bij petunia’s: deze snelle groeiers mogen gerust een steuntje in de rug krijgen in de vorm van voedingsstofffen. Geef liever te weinig dan te veel mest. Dit laatste resulteert in slappe en slechte bloeiers.
Bloeien extra lang
Van petunia’s heb je maandenlang plezier. Ze bloeien van eind voorjaar tot begin najaar.
Zo geniet je extra lang van je petunia’s:
Populaire soorten Petunia’s
Plant hangende petunia’s in hangmanden. Een bekende hangende petunia is de surfinia. Deze wordt gekweekt van stekken en niet uit zaad. Speciaal bij deze hybride is het ontzettend grote aantal bloemen, weliswaar met een iets kleinere diameter dan de doorsnee petunia’s. Verder verdraagt deze kruising diverse weertypes en bloeit ze heel lang.
Plant kleinbloemige petunia’s eerder in potten. De soorten met grotere bloemen doen het dan weer erg goed in bakken voor op de vensterbank. Wist je trouwens dat de oorspronkelijk paarse of witte petunia tegenwoordig verkrijgbaar is in tal van kleuren. Geel is daarbij een van de nieuwste modekleuren. De enige kleuren waarin deze planten niet beschikbaar zijn, zijn blauw en oranje.