Snoeien is tegelijkertijd eenvoudig en ingewikkeld. Wanneer, waar en hoe moet je snoeien? En met welk gereedschap? Enkele basisprincipes.
Snoei nadat de bloemen uitgebloeid zijn, behalve als je vruchten en zaad wil oogsten.
Wacht het einde van de winter af voor de wintersnoei. Is het dan nog erg koud, dan wacht je beter tot begin voorjaar zodat de planten beschermd blijven tegen vorst.
Snoei vorstgevoelige planten liever te laat dan te vroeg, als je niet het risico wil lopen dat jonge groei bevriest.
Knip maximum een derde van de takken af als je op veilig wil spelen. Sommige planten mag je sterker kortwieken.
Gebruik scherp en schoon tuingereedschap zodat je een scherpe snee kan maken. Zoniet riskeer je een gescheurde of gekneusde stam met infecties.
Om de verspreiding van ziektes en plagen van plant op plant tegen te gaan, ontsmet je je gereedschap best voor je een volgende plant aanpakt let een in wat lysol of alcohol gedoopte doek.
Gebruik een kwaliteitsvol wondmiddel dat je onmiddellijk na de snoei aanbrengt.
Knip takken van struiken en bomen vlak boven een knop af, anders zal het stukje stengel of tak dat erboven zit afsterven. Bovendien is het risico op infecties dan kleiner.
Voor een breed vertakte groei onttop je de plant of verwijder je de bovenste centimeters.
Te houtige planten kan je verjongen door ze stevig terug te snoeien tot zo’n halve meter boven de grond.