Struiken en hagen
Snoei uitgebloeide struiken omdat ze er anders heel onverzorgd gaan uitzien. Ook je hagen dien je van tijd tot tijd te snoeien om de groei te beperken. Vooral coniferenhagen dreigen wel eens heel snel naar alle kanten te groeien, dus hou ze goed in de gaten en snoei op tijd! Eind augustus snoei je de winterhagen voor de laatste keer. Op coniferenhagen na (die nog eens in oktober gesnoeid moeten worden), houden ze goed tot na de winter.
Tip: geef je hagen een bredere basis dan top om ze beter te bestanden tegen het slechte herfst- en winterweer.
Klimplanten
Het is tijd om je blauwe regen te snoeien. Kort eerst alle dunne scheuten die in de zomer zijn gemaakt, in. Knip ze tot vijf of zes knoppen van de hoofdstengels. Dit zal de vorming van bloemknoppen voor het volgende jaar stimuleren. Wil je echter je blauwe regen groter maken en meer volume geven, dan snoei je die scheuten best niet.
Rotsplanten
Slordige en slecht uitziende rotsplanten mag je flink terugsnoeien. Haal ook de verdorde bloemen weg en begiet met water om de overige bloemen te stimuleren.
Vaste planten
In je border heb je wel wat werk. Eerst en vooral snoei je de uitgebloeide borderplanten. Knip de stengels af om een tweede bloei te stimuleren en om plaats te maken voor de laatbloeiers. Oosterse papaver en tuingeraniums mag je net boven de grond met een heggenschaar afknippen. Bij riddersporen en akeleien hoef je enkel de uitgebloeide bloemstengels af te knippen en normaliter bloeien er dan opnieuw scheuten. Wil je zaden recupereren, dan laat je de stengels staan. Het is kiezen tussen een mooier zicht, of een hoop zaadjes.
Sommigen planten kunnen ook gaan inzakken en over het gazon of andere planten heen groeien. De lange en grote plant achillea kan bijvoorbeeld bij slecht weer omvallen en kleine planten verstikken.
Fruit(bomen)
Nadat je frambozenstengels vrucht hebben gedragen gaan ze er snel bruin uitzien en vertonen ze restanten van vruchttrossen. Je mag ze nu bij de grond afknippen.
Ook rode, witte en kruisbessen mogen gesnoeid worden. Maak eerst onderscheid tussen zijscheuten van dit jaar die normaal groeien en deze die elkaar kruisen of middenin de struik groeien. De eerste kort je in tot drie of vier knoppen van de basis. De tweede verwijder je helemaal. Op die manier bevorder je de luchtcirculatie, zodat er meer lucht is om de vruchten te doen rijpen. Bovendien verkleint de kans op ziekten en wordt de vorming van bloemknoppen voor het volgende jaar bevorderd.
Kruiden
Als je je lavendel en tijm niet wilt drogen, dan snoei je de planten terug tot ongeveer 3 cm van de bladgroei. Zo stimuleer je de groei van de zijscheuten en wordt je kruid bossig en compact. Wil je ze drogen, dan knip je ze zo laag mogelijk, voor een lange stengel. Hang ze daarna op een luchtige plaats, afgeschermd van de zon (zon verkleurt je kruid namelijk).
Heesters & bomen
Snoei uitgebloeide bomen en heesters. Verwijder de scheuten die onderaan beginnen te groeien. Zij vergen veel energie van de boom of heester en belemmeren de groei. Als je in juni je heesters boerenjasmijn en weigelia niet gesnoeid hebt, dan doe je dat nu. Krachtige jonge scheuten snoei je en zwakke wilde takken verwijder je. Het is ook best om elk jaar één of meer oudere takken tot op de grond te verwijderen om nieuwe groei van onderuit te stimuleren.
Rozen
Verwijder de uitgebloeide rozenbloemen voor een betere doorgroei. Als je wilt dat je rozen tot in de herfst bloeien, dan moet je ze in een bladoksel snoeien. Een grondige snoeibeurt van je rozen doe je op deze manier: snoei de zijscheuten, waaraan bloemen hebben gezeten, terug tot één of twee knoppen van de hoofdstengel. Erg oude stengels mag je zelfs tot op de grond afknippen om de groei van nieuwe scheuten vanuit de basis te stimuleren.
