In putje winter is het vaak te koud om in de tuin te werken. Je denkt toch dat er niets te doen is aangezien alles kaal en bevroren is, maar dat is niet helemaal waar. Trek je winterschoenen, je muts en dikke jas aan en trotseer de kou voor het welzijn van je tuin.
Onderhoud
- Geef tuinvogels voedsel en water.
- Hou onkruid in de gaten. Zelfs in de winter kan, tijdens zachter perioden, onkruid kiemen. Verwijder het nu en je hebt er in de lente niet te veel last van.
- Er zijn weinig plaagdieren en ziekten, maar ze liggen wel te wachten in spleten en kieren op warmer weer. Hou je tuin dus proper en vermijd onnodig rondslingerende rommel.
- Gooi rottende bladeren op de composthoop.
- Verwijder sneeuw van bomen en planten. Het gewicht kan takken doen doorhangen en breken.
Bloembollen en -knollen
- Bestel zomerbloeiende bolgewassen, zodat je ze in het voorjaar kunt planten.
- Haal bollen die in het najaar gepot zijn en ongeveer 3 cm boven de grond uitkomen, binnen. Maak de overgang van buiten naar binnen niet te bruusk, anders komt je bloembol meteen uit, zal hij slap worden en slecht bloeien.
- Zet bollen die binnen uitgebloeid zijn, buiten. Zoek daarvoor een beschut plekje met voldoende licht. Verwijder de uitgebloeide bloemen omdat de plant daar anders te veel energie in zal steken.
Vaste planten
- Kerstrozen zijn praktisch de enige bloemen die bloeien in de winter. Zij kunnen door winterse regen met modder worden besmeurd. Een dakje kan dat verhelpen.
- Onkruid groeit altijd, dus blijf het verwijderen. Knip ook dode stengels weg van tussen de planten.
- Bescherm rotsplanten tegen de regen met een soort dakje.
- Zaai rotsplanten in deze maand. Zo zijn ze meteen bestand tegen winterse temperaturen.
- Neem wortelstekken van vaste planten. Het gaat over planten met lange vlezige wortels zoals Japanse anemonen, oosterse papavers, Verbascum en Acanthus.
Perk- en balkonplanten
- Zaai zomerperkplanten die lang moeten groeien: begonia’s, leeuwenbekken, lobelia’s, pelargoniums en gazania’s. Dat is wel alleen mogelijk als je over een kas of serre beschikt, tenzij je je slaapkamer wilt opofferen.
- Zaai lathyrus in hoge potten, want ze hebben veel wortelruimte nodig. Heb je je lathyrus al in het najaar gezaaid, dan mag je hem nu verpotten zodat je in mei sterke en gezonde planten hebt.
- Uitgebloeide bloemen van winterviolen uit bakken verwijderen, zodat ze tot het voorjaar blijven groeien.
- Heesters in bakken hebben het lastig bij winterse temperaturen omdat hun wortels boven de grond komen en snel kunnen bevriezen. Bescherm de potten met noppenfolie of jute
Heesters en bomen
- Staan er bomen of heesters op een verkeerde plaats (ze worden te groot of krijgen te weinig zonlicht), dan is nu het moment om ze te verplaatsen. Neem zo veel mogelijk wortelkluit mee.
- Controleer boombanden en -palen. Door felle wind kunnen de bomen en boompalen iets losser staan, maar dat is heel slecht voor de boom. De beweging van de boom vormt namelijk een gat in de grond aan de basis van de boom. Daar kan water in komen staan en de boom van onderuit doen rotten.
- Bescherm pas geplante heesters en bomen tegen windschade met jute, speciaal schermmateriaal, noppenfolie of ster plastiek.
- Zaai zaden van besdragende heesters en bomen zoals cotoneasters, pernettya’s en lijsterbessen. Vooraleer deze heesters bessen geven, moeten ze eerst een koude periode hebben doorgemaakt.
- Plant bladverliezende haagplanten zoals beuk, meidoorn en haagbeuk onder gunstige omstandigheden in goed voorbereide grond.
Gazon
- Is je gras bevroren, dan doe je er goed aan er niet op te lopen. Je maakt je gras kapot en na de dooi zal er een gele plek overblijven.
- Als je merkt dat regenwater op bepaalde zones in je gras niet snel wegtrekt, dan moet je misschien je gras wat verluchten. Dat doe je door met een spitvork op ongeveer 15 cm van elkaar 20 cm diepe gaten te stekken en die daarna op te vullen met tuinbouwzand.
- Herstel kuilen en bulten. De werkwijze is identiek: leg het stuk gras bloot door een zode uit te stekken en vul op onder de zodemet aarde als je een kuil hebt of haal aarde weg onder de zode als je een bult hebt.
- Breng je grasmaaier binnen voor controle, dan ben je de lange wachttijden van in het begin van de lente voor. Dan brengen er veel meer mensen hun grasmaaier binnen en kan je lang wachten tot je je apparaat terug hebt.
- Borstel wormenhoopjes weg. Wormen zijn actief in deze periode en verrichten ook heel nuttig werk. Je moet ze wegborstelen omdat ze anders platgetrapt kunnen worden en dat oogt lelijk en is een welkom stukje grond voor onkruid.
- Je kan graszoden leggen als de grond goed voorbereid is, niet bevroren en niet te nat is.
Vijver
Veel kan en moet je niet doen voor je vijver in de winter. Let wel op als je vissen hebt en de vijver lange tijd bevroren is. Dan hebben je vissen geen zuurstof mee en kunnen ze sterven. Je kan er met een hete pot water een gat in smelten (nooit kloppen met een hamer of een stok, want dat kan je vijverfolie beschadigen of je vissen doden). Preventief kan je ook altijd een bal, piepschuim of een andere drijvende kunststof in je vijver leggen. Zij vangen de druk op van het uitzettende ijs en zorgen er dus voor dat je zijkanten niet barsten.