Stemmen boeien je kleintje vanaf het moment hij of zij ter wereld komt. De kirrende geluidjes en het eindeloze gebrabbel zijn een teken dat je spruit met je wil communiceren. Het is belangrijk, maar vooral leuk om je kindje door de maanden heen al spelenderwijs met taal te leren omgaan.
Als ouder heb je de meeste kans om met je baby te communiceren. Het is dus heel handig en van groot belang om meteen al -weliswaar op een speelse manier- woordjes aan te leren. Babytaal is niet zomaar die snoezige brabbelgeluidjes van je spruit imiteren, het is véél meer dan dat:
Ouders spreken hun baby aan op een hogere toon dan ze gewoon zijn;
Ze leggen andere klemtonen en gebruiken meer intonatie;
Ze herhalen veel meer;
Ze stellen veel meer vragen;
Ze praten veel langzamer;
Ze gebruiken erg korte zinnen;
Ze gebruiken heel eenvoudige grammaticale constructies;
Ze gebruiken babywoorden: een trein wordt bijvoorbeeld een tsjoek-tsjoek.
Babytaal en taalvaardigheid Baby’s lijken babytaal heerlijk te vinden! De meeste linguïsten zijn het er trouwens over eens dat langzaam praten, korte zinnen, herhalingen en gemakkelijke constructies de taalvaardigheid van je spruit bevorderen. Baby’s moeten immers een heel nieuwe taal onder de knie krijgen en een vereenvoudigde versie ervan vergemakkelijkt die opdracht.
Babywoordjes gebruiken daarentegen, zijn echter niet aan te raden. De 'tuutuut' kan makkelijker lijken dan het woordje 'auto', toch is dit niet het geval. Voor een kind is het even moeilijk om het goede woord te leren in plaats van het schijnbaar makkelijker alternatief.
Stemoefeningen Ook bepaalde stemtechnieken kunnen je baby boeien. Speel bijvoorbeeld met de geluidssterkte van je stem. Praat de ene keer hard, terwijl je de andere keer erg lief en zacht praat. Je kindje zal dit leuk vinden en je al snel gaan nadoen. Je kan ook vanuit de living praten terwijl je lieverd bijvoorbeeld in een andere ruimte ligt. Dit zal hem mateloos weten te boeien, gezien je stem op deze manier een beetje anders en dus een pak boeiender klinkt.
Praatspelletjes
Je kan reeds van heel vroeg taalspelletjes beginnen spelen. Je kan je kleintje bijvoorbeeld steeds confronteren met de vraag om zijn lichaamsdelen te benoemen. Zinnetjes zoals 'Waar is je neus?', 'Waar zijn je wangetjes?', kunnen ertoe leiden dat hij zijn neus aanduidt. Op die manier leren ze de juiste benaming voor zaken kennen.
Als je lieverd een beetje ouder is, kan je samen interessante boekjes met prenten bekijken. Stilaan kan je woorden zoals 'auto', 'kat' en 'hond' aanleren, zo breidt de woordenschat van je engeltje uit. Kies in het begin wel voor een prentenboek waarbij er slechts één plaatje per bladzijde staat. Op die manier is de tekening duidelijk en kan er geen verwarring ontstaan.