Op de juiste manier drogen betekent minder strijken! Profiteer van de frisse buitenlucht en de wind om je was te drogen. Dat bespaart je heel wat kreuken.

Buiten drogen
Wasgoed dat je buiten te drogen hangt, ruikt in het algemeen frisser dan wasgoed uit de droogtrommel. Bovendien zorgt de wind ervoor dat kreuken weinig kans krijgen. Kortom, je hoeft minder te strijken.

Wel moet je hiermee rekening houden:

• Belangrijk is dat de waslijn steeds schoon is, anders kan je opnieuw beginnen te wassen.
• Wit wasgoed wordt nog witter, als je het buiten in volle zon hangt.
• Gekleurd wasgoed kan verbleken in volle zon.
• De zon verzwakt de vezels van de stof; haal daarom de was binnen vanaf het ogenblik dat hij droog is.

Hangend drogen
Bepaalde kledingstukken krijgen het label ‘hangend drogen’ mee. Ze mogen niet in de droger omdat dat de stof kan doen krimpen en de vezels kan vervormen.

Tips:

• Deze kledingstukken mag je niet te lang centrifugeren. Zo kreuken ze minder, wat minder strijk betekent. Je zet de wasmachine halverwege het centrifugeren best uit.
• Daarna hang je de kleding aan de waslijn, aan de stang van het douchegordijn of aan een droogrek. Zorg ervoor dat de stukken voldoende bewegingsruimte hebben.

Grote, zware stukken
Met deze tips kan je ook grote, zware stukken gemakkelijk drogen:

• Broeken hang je best op aan de pijpen. Het gewicht haalt de kreuken eruit.
• Zware jurken en jassen hang je best op aan twee klerenhangers.
• Voor dekbedden gebruik je beter een droogkast. Buiten duurt het erg lang eer dekbedden volledig droog zijn.

Toch nog wat kreuken en geen zin om te strijken? Stop de stukken nog even in de droogkast op koude lucht.