Sla kweken in je eigen tuin

Sla zaaien

Alleen op droge zandgrond of zware kleigrond kan je moeilijk sla kweken; op alle andere soorten ondergrond doet sla het prima.

Hoe ga je daarbij te werk? Verdeel de zaden over de ondergrond, strooi er een fijn laagje zaaigrond over en druk alles zachtjes aan. Vervolgens besproei je het geheel voorzichtig: met fijne druppeltjes voorkom je dat de grond, zaden incluis, wegstroomt. Zorg ervoor dat de temperatuur minstens 10°C bedraagt.

Als je de grond goed vochtig houdt, verschijnen na een week de eerste slablaadjes. Zorg er ook de volgende weken voor dat de grond niet uitdroogt.

Slavariëteiten op verschillende tijdstippen zaaien

Sla kan je haast het hele jaar door oogsten, deze groente wordt dus tijdens verschillende seizoenen gezaaid. We overlopen hieronder de verschillende variëteiten die elk een eigen groeiseizoen kennen.

Vroege teelt

Deze slasoorten kan je tussen januari en maart zaaien omdat ze koude en vochtigheid nodig hebben om te groeien:

• Ijsbergsla ‘Laura’
• Ijsbergsla ‘Marsala’
• Ijsbergsla ‘Blonde de Paris’
• Kropsla ‘Meikoningin’
• Kropsla ‘Divina’
• Pluksla ‘Green Salad Bowl’
• Pluksla ‘Red Salad Bowl’

Zomerteelt

De volgende slasoorten zaai je tussen maart en juli; ze hebben warmte nodig:

• Ijsbergsla ‘Blonde à bord rouge’
• Ijsbergsla ‘Blonde de Paris’
• Ijsbergsla ‘Ijskoningin’
• Kropsla ‘Prima’
• Kropsla ‘Appia’
• Kropsla ‘Merveille des Quatre Saisons’
• Kropsla ‘Divina’
• Kropsla ‘Grosse blonde paresseuse’
• Bindsla ‘Verte maraîchère’
• Bindsla ‘Blonde maraîchère’
• Pluksla ‘Groene eikenbladsla’
• Pluksla ‘Brunia’

Herfstteelt

Van augustus tot september kan je deze variëteiten sla zaaien; men spreekt ook wel van wintersla omdat ze erg goed tegen de koude kunnen:

• Kropsla ‘Brune d’Hiver’
• Kropsla ‘D’Hiver de Verrières’
• Kropsla ‘Merveille d’Hiver’
• Kropsla ‘Rougette de Montpellier’

Sla uitdunnen

Of je je sla nu zaait in een zaaibak, een kweekbed of in volle grond, na een tijdje moet je de jonge plantjes uitdunnen en verspenen. Dit laatste houdt in dat je de zaailingen een eerste maal verplant zodat ze op een behoorlijke onderlinge afstand komen te staan. Ondertussen kan je best bepaalde slaplantjes verwijderen, meer bepaald de zwakste plantjes. Zo krijgen de sterke slaplantjes meer plaats om goed uit te groeien.

In volle grond moet je zorgen voor een onderlinge afstand van 25 centimeter. Heb je de sla in een zaaibak of kweekbed gezaaid, dan volstaat het voorlopig om de plantjes uit te dunnen tot op een onderlinge afstand van 5 centimeter. Deze moeten immers nog een tweede maal gespeend worden.

Spenen doe je op het ogenblik dat de slaplantjes een vijftal centimeter groot zijn. Je zal zien dat er op dat ogenblik ook kleinere slaplantjes tussenzitten van amper een paar centimeters hoog met slechts enkele blaadjes: deze mag je verwijderen. Na het zaaien moet je drie weken tot een maand wachten om de slaplantjes te verspenen die je in een zaaibed of kweekbad gezaaid hebt. Om levensvatbaar te zijn moeten de slaplantjes minstens 4 of 5 blaadjes dragen.

Hoe ga je te werk bij het verspenen?

• Trek de slaplantjes voorzichtig uit de grond.
• Herplant ze vervolgens.
• Maak eerst een gaatje in de grond.
• Plaats er dan een slaplantje in zodat de onderkant van de bladeren niet onder de aarde zit.
• Houd een afstand aan van 25 à 30 centimeter zodat de sla mooi kan uitgroeien.
• Begiet de slaplantjes rijkelijk met water na het verspenen.

Slaplantjes kopen en planten

Heb je geen zin om sla eerst uit te zaaien en vervolgens te verspenen en dergelijke? Neem eens een kijkje op de markt of ga naar een plantencentrum. Daar vind je vast en zeker slascheuten in tal van soorten die je voor een prikje kan kopen.

Plant deze jonge slaplantjes in bakken of in volle grond. Houd een onderlinge afstand van 25 centimeter aan.

Houd ook rekening met het tijdstip waarop de slavariëteiten geplant moeten worden:

• Vroege teelt – Slavariëteiten van vroege teelt plant je tussen december en april.
• Zomerteelt – Plant deze slasoorten vanaf half april tot begin augustus.
• Herfstteelt – De planttijd start begin augustus en eindigt half september.

Sla beschermen tegen ziekten en plagen

Houd er rekening mee dat jonge slaplantjes kwetsbaar zijn voor ziekten en plagen. Je doet er daarom goed aan om slakken op een afstand te houden met slakkenkorrels. Ook mijten, wolluizen en nachtvlinders lusten graag een jong blaadje sla. Wat ziektes betreft, is het uitkijken voor kiemplantenziekte en grauwe schimmel.

Sla oogsten

Omdat de slavariëteiten op verschillende tijdstippen gezaaid worden, kan je sla haast het hele jaar door oogsten.

• Vroege teelt – Oogst deze slasoorten tussen begin mei en eind juni.
• Zomerteelt – De slavariëteiten van zomerteelt oogst je vanaf eind juni tot half september.
• Herfstteelt – Deze types sla kan je vanaf half september oogsten tot begin november.

Snij een rijpe krop sla vlak boven de grond af. Het beste tijdstip om sla te oogsten is de koele ochtend wanneer de blaadjes knapperig en stevig zijn.

Voorkom dat je slaplanten doorschieten en bloemen vormen. Sla steekt dan alle energie in het vormen van de bloemen, waardoor de blaadjes er slap gaan bijhangen. Als je voldoende water geef, voorkom je doorschieten.