Kussen
Kussens verzamelen heel wat zweet. Reken gerust een kwart liter per nacht! Daarom doe je best een kussenbeschermer om je kussen. Die kan je gemakkelijk en dus ook vaak wassen.
Ook het kussen zelf moet je geregeld (lees: minstens elk half jaar) wassen. De meeste kussens kan je gewoon in de wasmachine en de droogkas steken. Controleer best wel even de wasvoorschriften, die vind je ook op kussens terug. Steek bij het drogen enkele propere tennisballen in je droogkast: luchtige kussens verzekerd.
De hitte in de droogkas doodt huisstofmijten. Als je geen droger hebt, kan het ook op een andere manier. Je stopt elk kussen in een plastic zak en bindt die goed dicht. Daarna stop je de zakken 24 uur in de diepvriezer. Kortom, een extreem hoge of lage temperatuur doodt huisstofmijten.
Donsdeken
Een donsdeken kan je eveneens in de wasmachine wassen. Voor alle zekerheid controleer je ook daarbij de wasvoorschriften. De truc van de kussens werkt even goed bij dekens: enkele propere tennisballen in de droogkas maken je dons luchtig.
Bij een donsdeken is een droogmachine haast noodzakelijk. Het duurt namelijk heel lang vooraleer hij volledig droog is, en een droge dons is een must. Anders krijgt de deken een muffe geur, in het ergste geval zelfs schimmelsporen. Wil je toch per se je donsdekens zelf wassen ook al is het alleen maar met de wasmachine? Kies dan een zeer warme dag uit en begin er vroeg aan.
Ben jij een huishoudprinses? Doe de test!
