Cellofaannoedels
Cellofaannoedels maakt men van mungbonen met tapiocazetmeel.
Je kan ze frituren of enkele minuten laten weken in kokend water. Spoel ze af onder koud water - om het kookproces te stoppen - en laat ze uitlekken.
Rijstnoedels
Zoals de naam al aangeeft, maakt men rijstnoedels van rijstbloem. Vers of gedroogd, dun of dik, je kan er alle kanten mee uit.
Gedroogde rijstnoedels vind je gemakkelijk in de supermarkt. Voor verse rijstnoedels ga je best naar de Aziatische supermarkt. Je kan ze zowel ongesneden als rijstvellen kopen of in verschillende breedtes gesneden. Verse rijstnoedels kan je niet in de koelkast bewaren, dan worden ze hard. Je moet ze dus snel verwerken. Leg de noedels in kokend water en maak ze voorzichtig los. Giet ten slotte af en spoel af.
Gedroogde rijstnoedels vind je in alle breedtes en diktes. Rijstvermicelli is de dunste variant. Je kan hem gebruiken in soepen, roerbakschotels of zelfs gefrituurd. Laat rijstvermicelli zes à zeven minuten weken in kokend water. Dikkere rijstnoedels moet je zeker een kwartier tot twintig minuten laten weken in warm water. Giet ze af en voeg ze toe aan het gerecht. Voor soepen volstaat vijf minuten weken in heet water.
Eiernoedels
Eiernoedels maakt men van tarwebloem en eieren. Ook hier kan je kiezen tussen vers of gedroogd, en verschillende diktes.
Verse eiernoedels kan je maximum één week in de koelkast bewaren. Laat ze één minuut in kokend water koken, giet ze af en spoel ze ten slotte af. Gedroogde eiernoedels zijn onbeperkt houdbaar. Verwerk je ze in soepen, dan kunnen deze noedels direct toegevoegd worden. Anders kook je ze drie minuten, waarna je ze afgiet en afspoelt.
Platte en brede eiernoedels gebruik je meestal voor soepen. Dunne, ronde eiernoedels kom je eerder in roerbakschotels of gefrituurd tegen, ook al voegt men ze ook toe aan soepen.
Een speciaal soort eiernoedels zijn de hokkiennoedels. Het zijn dikke, verse eiernoedels die men voor het verpakken kookt en licht oliet. Meestal gebruikt men een vacuümverpakking. Je kan deze noedels gebruiken voor roerbakschotels, soepen en salades. Eén minuut in kokend water volstaat. Maak de noedels vervolgens voorzichtig los en spoel ze af.
Tarwenoedels
Tarwenoedels maakt men van tarwebloem zonder eieren. Ze zijn vers of gedroogd verkrijgbaar. In het algemeen geldt dat je verse tarwenoedels, die je slechts één week in de koelkast kan bewaren, twee minuten kookt, de gedroogde vier minuten. Spoel met koud water na om het kookproces te stoppen. Je kan kiezen uit verschillende diktes.
Een overzicht van de verschillende soorten:
· Ramennoedels
Japanse tarwebloemnoedels gebonden met ei. Verse ramennoedels moet je twee minuten koken, gedroogde vier minuten en bij instantnoedels volstaat kokende bouillon die je erover giet.
· Shanghainoedels
Dikke ronde noedels met bloem bestoven, die vier à vijf minuten moeten koken.
· Sobanoedels
Boekweit- of boekweit-tarwebloemnoedels met een speciaal kookproces. Kook de noedels en roer ze los. Breng vervolgens weer aan de kook en voeg er 2,5 dl koud water aan toe. Herhaal dit drie keer en rond af met het koud spoelen van de noedels. Nog specialer is chasoba, sobanoedels met groene-theepoeder.
· Somennoedels
Dunne, witte noedels die men koud of met wat bouillon eet. Twee minuten in kokend water volstaat, spoel daarna af onder de koude kraan.
· Udonnoedels
Witte noedels die maar één à twee minuten moeten koken. Verkreegbaar in verschillende breedtes om doorgaans te gebruiken in soepen of in smoorschotels.
Als je noedels kookt, controleer dan altijd de kooktijden op de verpakking. Deze kunnen namelijk afwijken van de standaardkooktijden.