Tussen zijn tweede en vierde verjaardag krijgt jouw peuter zijn eigen willetje en komt hij in een opstandige fase. Als hij ergens zin in heeft, zal hij zich er voluit voor geven. Een voorstel dat volgens hem niet leuk is, zal hij koppig weigeren. Een moeilijke fase voor de ouders, maar een normale fase in de ontwikkeling van een peuter naar meer autonomie.
Jullie kunnen wel grijs haar krijgen wanneer het allerliefste peutertje van de hele wereld verandert in een koppige, nee-knikkende bengel. Koppigheid is echter het bewijs van een goede mentale groei van het kind. Je peuter zit nu in het stadium waarin hij zichzelf leert kennen en begint te beseffen dat hij een individueel wezen is. Het is belangrijk dat kinderen de koppigheidsfase volledig doormaken. Dat verkleint de kans op latere gedragsproblemen.
Moeilijke periode Drukke kinderen verdienen evenveel aandacht en respect, ook al is dat soms moeilijk als ze niet willen meewerken. Het is van groot belang dat de mama’s en papa’s veel geduld hebben met hun spruit. Het heeft geen zin om boos te worden en te verwachten dat je kind ook een beetje aan jullie denkt, want dat kunnen ze toch nog niet. De peuters ontdekken nog maar net dat ze een eigen mening hebben, laat staan dat ze al weet hebben van de gevoelens van anderen. Wanneer de peuter ongeveer vier jaar is, kan de extreme ‘neen’-periode beginnen afzwakken. Dan is het opgelucht ademhalen voor de ouders.
Verzachtende omstandigheden Dit wil niet zeggen dat je de kids tot dan gewoon hun gangetje moet laten gaan, integendeel. Als hun gedrag écht de pan uit swingt (tieren, schoppen, slaan,…) moet je als ouder héél consequent optreden. Je doet dat het best door te praten en duidelijk te maken dat bepaalde zaken niet door de beugel kunnen. Over sommige zaken wordt niet onderhandeld. Belemmer je kind echter nooit om met zijn eigen wil te experimenteren. Bij de zoveelste driftbui lijkt woede wel de enige oplossing, maar laat je niet vangen. Op zo'n moment stel je beter de vraag: waarom is mijn kind alleen thuis stout en ergens anders niet? Dat is wellicht te wijten aan het feit dat je peuter zich op z’n gemak voelt bij zijn ouders en niet bij iemand anders. Probeer het moeilijke gedrag van je peuter niet met een tik, maar met een dosis creativiteit op te lossen!
Resoluut, maar redelijk Spreek bijvoorbeeld samen met je kind een bepaalde strafplek af in huis. Kom overeen dat wanneer hij of zij weer eens een driftbui heeft, naar die plek moet om ‘af te koelen’. Zorg dat het plaatsje dicht bij jullie is, zodat de peuter zich niet erg alleen voelt. Als je resoluut stelt dat je peuter in de hoek of kamer moet als hij boos is, zeg hem dan dat hij het mag laten weten als hij voelt dat zijn opwelling over is. Dan kunnen jullie erna, samen met een schone lei herbeginnen.