Je hebt je appelboom bij de kweker gekocht en wil je boom gaan planten. Nu komt het erop aan het juiste plekje te vinden, de grond goed voor te bereiden en hem de juiste verzorging te geven.
Eens je je boom bij de kweker gekocht hebt wacht je best niet te lang om hem te planten – een tweetal dagen maximum – om te vermijden dat de wortels uitdrogen. Bedek ze altijd met een laagje aarde om dit te voorkomen.
Waar plant je best een appelboom?
- Appelbomen houden van zonnige plekjes, hoewel ze ook wat schaduw verdragen;
- Plant je appelaar nooit in een natte grond want drassigheid is niet bevorderlijk voor de groei van je boom. Een goede drainage van de bodem is vitaal;
- De appelaar groeit het best in de nabijheid van een bos of boomrijk gebied, daar die de beste beschutting biedt. Plant hem steeds zo veel mogelijk uit de tocht;
- Appelbomen zijn weinig veeleisend wat de ondergrond betreft. Vermijd echter wel erg zure grond.
Voorbereiding plantondergrond appelboom
- Een adequate grondvoorbereiding is essentieel. Je bereidt de grond best een maand voordat je de boom gaat planten voor, zodat de grond de tijd heeft zich te mengen.
- Maak een ruim plantgat (60 cm) dat niet te diep is. Spit de aarde om en meng er organisch materiaal door zoals goed verteerde stalmest of compost;
- Als je de appelboom gaat planten op een plek die al vooraf bemest is voor andere gewassen voeg je beter geen bemesting toe;
- Voor appelbomen op een langzaam groeiende onderstam plaats je steunpalen. Het is belangrijk deze voor het planten in de grond te slaan, zodat de wortels niet beschadigd raken. Een stutpaal moet zo’n 150 cm lang zijn, waarvan 60 cm onder de grond, en op een 8-tal centimeter van de boom staan.
Wanneer en hoe planten?
- Een appelboom kan je planten in de rustperiode, van de herfst tot de vroege lente. November en december zijn de beste maanden, mits er geen vorst in de grond zit;
- Boompjes die in een container gekweekt zijn, kan je echter op ieder moment van het jaar planten;
- Voeg geen bemesting toe aan de aarde op het moment dat je de boom gaat planten. De wortels kunnen immers verbranden en een te vruchtbare grond kan ervoor zorgen dat de boom te snel groeit ten nadele van de vruchten;
- Snijd de dode wortels weg evenals de uiteinden om de groei te stimuleren;
- Plaats de boom in het plantgat en zorg dat de wortels genoeg ruimte hebben. Maak dat de entplaats (het verdikte gedeelte onderaan de stam) minstens 5 cm boven de grond blijft. Als je dit niet doet, zal het geënte ras (het bovenste deel dat geënt is op de onderstam) gaan wortelen en zal de groeikracht van de boom onbekend zijn;
- Vul op met mulle grond, druk de aarde goed aan en begiet;
- Span de boomband in een achtvorm rond de boom en de steunpaal. Vermijd materiaal, zoals touw, dat in de boomstam kan snijden;
- Voeg een mulchlaag toe van compost, boomschors of stro om hem tegen vorst te beschermen en het vocht vast te houden;
- Verwijder geregeld gras en onkruid rond de voet van de boom zodat hij optimaal water en voedsel aan de grond kan onttrekken.
