Wasmanden
Veel mensen hebben één wasmand in huis waarin alle vuile was belandt. Als je dan een deel wil wassen, heb je heel wat werk met het uitzoeken van spullen die bij elkaar mogen gewassen worden. Wees daarom proactief: wasgoed moet meteen in de juiste wasmand belanden. Dat wil zeggen dat je beter wat meer wasmanden in huis haalt gebaseerd op de indelingen die voor jou het meest van toepassing zijn.
Verschillende wasmanden zetten je gezinsleden aan tot sorteren. Extra handen zijn altijd mooi meegenomen.
Vlekken
Controleer je wasgoed op vlekken, zodat je die kan voorbehandelen. Ook hier kan je veel tijd mee verliezen. Vraag daarom aan je huisgenoten om vlekken te markeren, met een opvallende veiligheidsspeld of elastiek bijvoorbeeld.
Controleren
Controleer de zakken voor je de kleding in de was stopt.
Om te voorkomen dat je andere kledingsstukken beschadigt:
Herstel ten slotte ook scheuren voor het wassen. Ze kunnen immers vergroten bij een wasbeurt.
Kleurecht
Een roze was door een achtergebleven rood hemdje? De rode kleur was dan niet kleurecht. Met als gevolg dat de verf van het ene kledingstuk doorloopt in het andere.
Doe de kleurtest:
Let ook op bij het drogen. Gekleurde druppels van stukken die niet kleurecht zijn, zijn eveneens een risico voor het andere wasgoed. Daarom rol je ze beter op in een handdoek om het meeste vocht eruit te krijgen. Daarna kan je ze gewoon laten drogen.
In de supermarkt vind je ook doekjes die je aan je was toevoegt om afgegeven kleurstoffen op te nemen. Als de doekjes van goede kwaliteit zijn, kan je ze gerust meerdere keren gebruiken.
Ook de nieuwste wasmiddelen beloven een was zonder doorgelopen kleuren.
Toch een ongelukje? Gebruik dan een ontkleurder of wasredder. Vooral bij wit wasgoed leveren ze goede resultaten op. Lees altijd de instructies vooraf.
Ben jij een huishoudprinses? Doe de test!