Kenmerken
Lavandula angustifolia is de lavendelvariant die het meest in onze streken groeit. Het is een winterharde, groenblijvende vaste plant van ongeveer 55 cm hoog en 45 cm breed. Ze draagt aren met heldere, paarsblauwe bloemen en korte, smalle en aromatische grijze bladeren.
Gebruik
Je kan zowel de bloemen als de bladeren van lavendel gebruiken. De bloemen moet je plukken wanneer ze net open zijn, de bladeren daarentegen voor de bloei. Beide kan je gebruiken in salades, dressings, desserts met ijs of fruit, in azijn en gelei. De bladeren zijn ten slotte ook lekker bij lamsvlees en de bloemen gebruikt men in suiker voor gebak. Steeds geldt daarbij dat men bloem en blad spaarzaam gebruikt.
De bloemen kan je ook drogen op een vlakke ondergrond of ondersteboven hangend in bundeltjes. In zakjes leg je ze tussen beddengoed en kleren om motten af te schrikken.
De etherische olie van lavendel verzacht insectensteken, brand- en snijwonden en verjaagt vliegen en muggen. Enkele druppels olie op je hoofdkussen en thee van lavendelbloemen zorgen voor een goede nachtrust.
In het voorjaar zaai je lavendel best onder glas bij 18°C. Na 18 à 28 dagen kiemt het zaad.
Voor een gelijkmatige haag met dezelfde planten kweek je de planten best uit stekken in het voorjaar. Plaats ze een dertigtal centimeter van elkaar.
In tuincentra tref je vaak lavendel van goede kwaliteit aan die je meteen kan planten.
De standplaats van lavendel
Deze plant is winterhard tot -15°C. Ze heeft een vochtige, goed doorlatende grond nodig, warmte en halfschaduw of zon. Ze heeft een hekel aan zware, natte grond en vochtige lucht.
Verzorging van lavendel
Lavendel snoei je best twee keer per jaar: