Nadat de vliezen gebroken zijn, kunnen de beruchte weeën beginnen. Niet elke wee is echter honderd procent te vertrouwen. Soms zitten er pijnscheuten tussen die vals alarm zijn. Wanneer herken je een ‘goede’ en échte wee en wanneer is ze vals?
Echt versus vals De enige betrouwbare weeën zijn deze die regelmatig komen. Dan pas is de bevalling begonnen, omdat ze leiden tot de opening van de baarmoedermond. Bij elke wee trekt de bovenkant van de baarmoeder samen en wordt de baby naar beneden geduwd, naar de baarmoederhals. Door de druk van het hoofdje van je baby ontsluit je baarmoederhals zich. Om zeker te zijn dat je echte weeën hebt, neem dan een pijnstiller voorgeschreven door je arts of een warme douche ter ontspanning. Als dit niet helpt en als je minstens een uur lang regelmatige weeën hebt, stel dan je ziekenhuisbezoek niet langer uit. Bij een tweede kind vertrek je best nog vroeger, omdat de geboorte sneller kan gaan.
Vals alarm:
Onregelmatige weeën: oefenweeën zijn niet constant;
Tussen twee weeën zit 1 uur of meer;
De weeën zijn meestal kort: 20 tot 40 seconden;
Ze versterken niet en worden zelfs minder intens als je actief bezig bent of van positie verandert;
Valse weeën voel je alleen in je onderbuik;
De weeën komen zonder slijm of bloed;
De weeën zijn beheersbaar en meestal kan je er zelfs doorheen slapen.
Vrouwen die voor de tweede keer zwanger zijn, krijgen sneller valse weeën. Ze worden veroorzaakt door de indaling van het hoofdje van je baby in je bekken en zorgen ervoor dat de baarmoedermond weker wordt. Deze oefenweeën treden vooral 's avonds en 's nachts op en kunnen enkele uren tot enkele weken voor de bevalling beginnen.
Echte weeën:
Komen regelmatig: eerst om de tien minuten, dan iedere vijf minuten en tegen het einde om de twe minuten of zelfs sneller;
Een echte wee begint zachtjes, maar wordt steeds krachtiger en heviger;
Je voelt ze in je onderbuik, onderrug en bovenbuik;
De baarmoedermond gaat zich openen tot je een volledige ontsluiting hebt van tien centimeter;
Ze duren 45 à 60 seconden;
Ze volgen elkaar steeds sneller op: van elke vijf tot zeven minuten tot elke twee tot drie minuten;
Weeën nemen niet af als je loopt of rust.
Als de weeën iedere drie tot vijf minuten terugkomen, meer dan een minuut duren en de ontsluiting beïnvloeden is de bevalling begonnen.