Rodehond is een acute infectieziekte die wordt veroorzaakt door het togavirus. Ze komt het meest voor bij kinderen tussen vijf en negen jaar en is voor hen vrij onschuldig.
Symptomen De eerste symptomen van rodehond zijn lichte koorts (minder dan 38,5°) en een vlekkerige, rozerode huiduitslag in het gezicht, die zich binnen de 24 uur uitbreidt naar romp, armen en benen. Oudere kinderen en volwassenen kunnen daarbij griepachtige verschijnselen, gewrichtspijnen en gezwollen lymfeklieren hebben in de hals. Ook hoesten en niezen zijn symptomen van rubella. De uitslag verdwijnt na enkele dagen, maar de klieren kunnen soms nog enkele weken gezwollen blijven. Heel zelden kan een hersenvliesontsteking optreden. In de helft van de gevallen zijn er helemaal geen ziekteverschijnselen.
Infectieziekte Besmetting kan plaatsvinden via speekseldruppeltjes, bijvoorbeeld bij hoesten, praten en niezen. Tussen de besmetting en het uitbreken van de ziekte zitten zo’n 14 tot 21 dagen. Besmettelijk ben je vanaf tien dagen voor het uitbreken van de uitslag tot twee weken erna. Kinderen mogen dan ook in geen geval naar school gaan als ze besmet zijn. Vermijd ook kost wat kost elk contact tussen je kind en zwangere vrouwen. Een besmetting met rodehond in de eerste maanden van de zwangerschap kan immers ernstige gevolgen hebben voor de foetus. Weet wel dat je, eens je de ziekte hebt gehad, immuun bent voor het leven.
Behandeling van rodehond of rubella Bij kinderen is rodehond een vrij onschuldige aandoening. De behandeling van rodehond bestaat dan ook vooral uit het bestrijden van symptomen. Je kan de zieke koortswerende middelen en vitamine C toedienen en ervoor zorgen dat hij veel water drinkt. Bedrust is niet noodzakelijk, tenzij hij zich ziek voelt of landerig is. Ook mag je kind gewoon in bad. Raadpleeg in ieder geval een kinderarts.
Vaccinatie Tussen de twaalfde en de vijftiende levensmaand kan je kind ingeënt worden tegen rodehond. Het vaccin bestaat uit levend rodehondvirus dat in die mate verzwakt is dat in het slechtste geval een heel milde vorm van de ziekte optreedt. Het wordt vaak gecombineerd met het vaccin tegen mazelen en bof. Dit combinatievaccin wordt de bmr-prik genoemd en beschermt de kinderen niet alleen tegen de ziektes zelf, maar ook tegen de complicaties die heel ernstig kunnen zijn. Bij meisjes is het bovendien raadzaam het vaccin te herhalen op elfjarige leeftijd omwille van de risico’s tijdens de zwangerschap.