Lopen op verschillende ondergronden: de voor- en nadelen
Na de aankoop van je nieuwe loopschoenen wil je er meteen invliegen. Toch twijfel je welk looptraject je zal volgen. Neem je de asfaltweg of volg je deze keer de bospaden? Het belangrijkste is dat je voldoende van baantraject wisselt.
Loop dus niet steeds hetzelfde rondje. Zelfs voor de meest enthousiaste loper wordt eenzelfde traject saai. Een verandering in het looptraject geeft je trainingsprogramma bovendien een aanvullende impuls.
Loopband: Als het buiten regent of sneeuwt, is de loopband in het fitnesscentrum een prima alternatief. Je zweet alsof het dertig graden is. Het enige nadeel is dat je je kan vervelen, omdat lopen op één plek saai kan zijn. Daarom bieden fitnesscentra televisies, films en muziek aan om deze verveling te doorbreken. Met een éénvoudige druk op de knop bepaal je wat je wil zien of horen terwijl je je uithouding traint.
Gras en zand: Beide soorten ondergrond nodigen uit tot blootsvoets lopen en bieden optimaal de mogelijkheid om je voetspieren te versterken. Toch schuilt op deze ondergrond het gevaar op verzwikking. Het is aan te raden om sportschoenen te dragen als je langs het harde zand aan de waterlijn van het strand loopt.
Veld- en bospaden: Het verschil tussen asfalt en veldpaden is niet erg groot. De vering is iets groter, maar de stabiliteit is minder groot. Veld- en bospaden die buiten de bebouwde kom en ver van drukke straten liggen, vormen een ideaal gebied voor lopers.
Asfalt: Lopen op asfalt is niet altijd slecht voor de benen! Je spieren en je loopschoenen zorgen voor voldoende vering. Het voordeel van asfalt is dat je controle hebt over de loopbeweging en dat je je voeten zeer bewust kan afrollen. Je kan asfalt beter vermijden als je voor de vering uitsluitend op je schoenen aangewezen bent, d.w.z. als je spieren te zwak zijn of als je te zwaar bent. Het is dan beter dat je eerst je spieren traint.